Tachtigjarige Oorlog in sociaal perspectief

(Van de HOVO-website:)

Deze acht bijeenkomsten vormen een onderdeel van de leergang ‘De middeleeuwen als spiegel van de moderne samenleving’.

 
De Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) was niet alleen de strijd van een vrijheidslievend volk tegen een buitenlandse vorst. Nieuw bronnen­onderzoek toont aan dat ook aloude interne vetes een rol speelden. In die zin was de vrijheidsoorlog ook een burgeroorlog. De machtsverhoudingen, die een gevolg waren van Opstand en Reformatie, laten een ontwikkeling zien die zonder precedent was. De oorlog maakte het calvinistische regenten mogelijk om eigenmachtig te heersen: zij hadden zitting voor het leven en nieuwkomers werden uit hun midden gerekruteerd. Onder hun leiding maakte de Republiek een ongekende bloei door: de glans van de Gouden Eeuw is alom bekend. De armoede aan de onderkant van de samenleving stak hier schril bij af. Calvinisten waren in alle opzichten bevoorrecht, de overige geloofsrichtingen waren tweederangs, hun leden hadden geen politieke rechten en moesten achteraf kerken. Toch deelden alle gezindten de openbare ruimte en waren zij buren. Wat betekende de ongelijkheid voor de sociale cohesie en voor het zelfbewustzijn van de diverse religieuze groeperingen? We analyseren de politieke, sociale en religieuze verhoudingen vóór 1568, tijdens de Opstand en in de Republiek en kijken naar de doorwerking ervan in het Koninkrijk, vanaf 1815 tot op de dag van vandaag.