Historica Llewellyn Bogaers: ‘Suster Bertkens toewijding vind ik erg inspirerend’

(kopie van een pagina van de website van het Festival Mystieke Vrouwen)

Aanstaande vrijdag 16 november [2018] opent het Festival Mystieke Vrouwen met een symposium over Mystieke Vrouwen. Een van sprekers is historica Llewellyn Bogaers. Zij gaat vertellen over Suster Bertken, die zich in 1456/57 liet opsluiten in een kluis aan de Utrechtse Buurkerk, nu Museum Speelklok. Daar leefde zij 57 jaar. Bogaers: ‘Als kluizenares was Suster Bertken een geestelijk raadsvrouw voor iedereen die haar om haar gebed vroeg. Ze was heel geliefd in Utrecht.’

 

Wie is Llewellyn Bogaers?

 

‘Ik ben cultuurhistorica, verhalenverteller, onderzoeker, schrijver en gids. Mijn bedrijf heet Levend Verleden Nu. Een van mijn specialisaties is Utrecht in de late middeleeuwen, de periode van 1300 tot 1600. Mijn interesse voor Utrecht is tijdens mijn studie ontstaan. Ik weet het nog goed: ik woonde op de Willem Barentzstraat, stond voor mijn doctoraal onderzoek en toen werd mijn fiets gestolen. Dat beperkte mijn actieradius en zo vond ik mijn weg naar het Utrechts Archief dat om de hoek lag. Daar stuitte ik op wetgeving over straatfeesten in de 17e eeuw. Ze stamden uit de middeleeuwen en bleven ook na de Reformatie nog geliefd. Dit was niet naar de zin van het calvinistische stadsbestuur dat ze keer op keer verbood. Met succes. Er waren feesten bij waarvan wij niet weten dat die hier gevierd zijn. Met exotische namen als Pauli Bekeringe en de Pinkerbloem. En er waren tal van vrijersfeesten. Het verbod moet een ingrijpende verandering geweest zijn. Ik dacht: Waarom weten we dat niet? Daar heb ik toen mijn scriptie over geschreven.
Mijn proefschrift – in 2008 verschenen – ging over de verwevenheid tussen religie en cultuur in laatmiddeleeuws Utrecht. Die periode was in mijn optiek heel veel minder duister en angstig dan we geloven op grond van Huizinga’s Herfsttij der Middeleeuwen. De 14e eeuw was een gouden eeuw voor Utrecht. De economie bloeide en de bevolking verdubbelde.’


LLewellyn Bogaers (foto Lucie Th. Vermij)

 

En wat heb je met Suster Bertken en het onderwerp mystieke vrouwen?

 

‘Als de samenleving in middeleeuws Utrecht je onderwerp is, kan je niet om Suster Bertken heen. Zij is een van de weinige vrouwen die een persoonlijke getuigenis heeft nagelaten. In mijn proefschrift besteed ik uitgebreid aandacht aan haar. En persoonlijk ben ik als gelovige ziel gegrepen door Suster Bertken. Het is zo bijzonder hoezeer zij geraakt is door Christus. Haar verlangen naar hem was allesverterend. Ze leefde echt met Christus, voor haar was hij haar bruidegom en hadden zij een levend huwelijk. Het is allemaal in haar geschriften te lezen. Ze heeft 57 jaar in die cel gezeten, altijd blootsvoets, zonder vuur. Als je daaraan denkt begin je al te bibberen. Als wij één uur in een kerk hebben gezeten willen we al weer naar buiten. Zij is voor haar liefde gegaan. Hij was haar grote passie. In onze ogen is haar inkluizing rigoureus, maar waarom oordelen? Mensen met een passie boeien mij. Ik probeer hen te begrijpen’

 

Heb jij een verklaring voor de keus voor het onderwerp ‘mystieke vrouwen’ voor een muziekfestival?

 

‘Mystiek leeft momenteel. Mensen zijn erg bezig met spiritualiteit. Dus zijn ze ook geïnteresseerd in historische voorbeelden. Bij Suster Bertken was mystiek niet alleen iets van de geest, maar ook heel fysiek. Zij voelde verbinding met God in haar hart, ziel en lijf.’

 

Wat ga je tijdens het symposium over haar vertellen?

 

‘Wat bekend is over haar leven. Suster Bertken was van rijke komaf. Wie haar moeder was weten we niet, maar haar vader Jacob van Lichtenberg had een belangrijke kerkelijke functie. Hij hoorde tot de leiders van de stad. Er waren in die tijd veel burgeroorlogen, die speelden tussen facties, familieclans. Waar dat over ging? Eigenlijk altijd om familiebelangen. De Lichtenbergers speelden daar een grote rol in. Ik denk dat zij zich heeft laten inkluizen omdat ze iets goed wilde maken van wat haar familie de stad had aangedaan. Ze waren puissant rijk en hadden hun positie met list en geweld verworven. Wat nu het Stadhuis is was het kasteel van de familie. Bertken was een deftig meisje, liep in de mooiste kleren, had goed onderwijs genoten, beheerste de bijbel goed. En toch liet zij zich op haar dertigste inkluizen in een nederig stulpje. Zij koos voor een leven in dienst van God en de samenleving. Toen ze in 1514 overleed – ze werd 87 jaar –, kreeg ze een eerbetoon zoals geen andere kluizenaar ontvangen heeft. Er moet een enorme stoet mensen aan haar graf voorbij gelopen zijn, zelfs de deftige Utrechtse kanunniken bewezen haar de laatste eer. In haar graf plaatsten de drie hoogste kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders een fles met daarin een oorkonde, waarop staat: “Zij was vol goede heilige werken”. Voor Utrechters was zij een heilige. Haar strenge boetedoening was exceptioneel. Ze had daarin niet zo ver hoeven gaan. Dat was echt haar eigen keuze. Mijn verklaring is dat niet alleen haar liefde voor haar bruidegom Christus haar keuze bepaalde, maar ook de wetenschap dat er zoveel bloed aan de handen van haar familie kleefde. Haar overgave tot in de dood en haar betekenis voor de stad ontroert me enorm.’

 

Is Suster Bertken een voorbeeld voor jou?

 

‘Nou, ik heb geen enkele aanvechting om in een kluis te gaan zitten, maar haar toewijding is wel erg inspirerend. En hoezeer wij in Nederland ook in een seculiere maatschappij leven, ik vind het mooi om te delen dat er mensen waren – en zijn – die in een religieuze dimensie leven. We kennen het nog wel een beetje. Als er een ramp gebeurd is zijn we allemaal stil. Zij heeft die stilte geleefd. 57 jaar lang. En ze is niet gek geworden. Ze moet voelend geleefd hebben.’

 

Wat hoop je van het symposium Festival Mystieke Vrouwen?

 

‘Ik hoop dat mijn verhaal een paar mensen raakt. Het is nog niet eens heel lang geleden dat Suster Bertken in Utrecht jaarlijks herdacht werd. Toen ik rond 1996 begon met het geven van lezingen en rondleidingen waren er een keer oudere mensen aanwezig die vertelden dat zij zich herinnerden dat Suster Bertken nog rond de Tweede Wereldoorlog op haar sterfdag – 25 juni – in Utrecht herdacht werd. En nog steeds worden mensen door haar geraakt.’