Twee beelden beheersten woensdagavond 16 december 2015 het nieuws: de rellen in Geldermalsen en de ontluistering van Mark Rutte in de Tweede Kamer bij het debat over de Teevendeal. Er is meer samenhang tussen beide beelden dan op het eerste gezicht lijkt. Waar was Mark Rutte toen de vluchtelingen hier binnenstroomden? Op het internet circuleren geen beelden van prominente politici of leden van het koninklijk huis die asielzoekers verwelkomen. Deze stilte legitimeert het intimiderende gedrag van isolationisten. Hebben we in Nederland nog politici met zedelijke moed? Ruimhartigheid zou wel eens tot verrassend veel instemming en navolging kunnen leiden.
De stroom vluchtelingen die koers gezet heeft naar Europa confronteert het continent met eeuwenoude patronen. ‘Wij’ hadden ons het recht toegekend om de wereldzeeën te bevaren en andere landen te koloniseren. En nu nemen deze mensen het heft in eigen handen en koersen af op Europa. Dit is de omgekeerde wereld. Het paradijs was toch daar? En nu zijn wij de uitverkorenen. De nieuwe rol: het is nog even wennen.
Aloude angsten worden op de nieuwkomers geprojecteerd. Zij pikken onze huizen, onze banen en onze meisjes in. Hoe klassiek. Deze angsten zijn een spiegel van het koloniale gedrag dat wij eeuwenlang vertoond hebben in Afrika, Azië, Australië en de Amerika’s.
De jongemannen die de VOC- en WIC-schepen beklommen, hadden in de Republiek weinig andere kansen op een bestaan. Vaak was er iets mis mee. De grote vaart bood uitkomst. Heel wat Nederlanders hebben hun geluk in één van de vele buitenlandse thuishavens beproefd. Het lijkt wel alsof we vergeten zijn hoe vanzelfsprekend wij ervan uitgingen dat we welkom waren.
Toen Nederland nog een koloniale superstaat waren, vroeg niemand aan Afrikanen, Aziaten, indianen en aboriginals of wij welkom waren. We eigenden ons de grond, de vrouwen en de producten toe, zonder de regels van fatsoen, respect of gastvrijheid in acht te nemen. Geld en wapens gaven ons het recht van de sterkste en de ander had zich te voegen. Goedschiks of kwaadschiks. Het kolonialisme was meedogenloos. Missionering hoorde tot de wapens.
Zelden lag iemand hiervan wakker. ‘Wij’ waren toch superieur? ‘Zij’ minderwaardig?
Dit verleden wordt weer geactiveerd nu vluchtelingen aan de Europese grenzen staan. Nu zijn wij bang dat we onder de voet worden gelopen. Het is een oud schrikbeeld. Kunnen we er rustig naar kijken? Vanuit historisch perspectief?
Nederland is altijd een emigratie- en immigratieland geweest, al vergeten we dat laatste steeds weer. Wie wilde er – 500 tot 1000 jaar geleden – wonen in dit zompige gebied? Mensen die in geboortestreek geen bestaan konden opbouwen, zagen hier een kans. Zo is Nederland een dicht bewoond land geworden. En dat koude kikkerlandje werd menig mens te benauwd…
De spanning rond de komst van een grote groep vluchtelingen laat zien dat de rol van ontvangende partij ons niet meer vertrouwd is. We zijn het fundamentele begrip van gastvrijheid vergeten. In den vreemde dwongen we het af, hier geven we het niet als vanzelfsprekend.
Waarom valt het ons zo moeilijk om gastvrij te zijn? Komt het door interne problematiek? Omdat mensen zich achtergesteld voelen?
Als dit zo is, dan doet Nederland er goed aan om deze spiegel serieus te nemen. Wat is het achterstallige sociale onderhoud hier te lande? Als wij onze rijkdom alleen voor onszelf willen houden, dan is het tijd voor een historische opfriscursus. De rijke inkomsten uit de koloniën hebben de Nederlandse staat en Nederlandse families puissant rijk gemaakt en de koloniën op achterstand gezet, zo niet uitgeput. Het verschil in rijkdom en kennis is nog steeds groot.
In het leven is vaak een zekere rechtvaardigheid te onderkennen. Alles wat te veel is, wordt afgeroomd. En tekorten worden aangevuld. Het is nu tijd om openstaande rekeningen te vereffenen. Ook al vinden we dat ons geen blaam treft. Historisch gezien is het tijd om te erkennen dat wij op basis van kenmerken als ras en geloof mensen inferieur geacht en gemaakt hebben. Deze achterstelling heeft het westen op grote voorsprong gebracht. Van deze erfenis profiteert het westen nog steeds.
De suprematie die het blanke westen zichzelf al eeuwenlang toekent, bepaalt nog steeds onze kijk op de wereld. Nog steeds wil het westen de waarden en de koers van de wereld dicteren. We vinden het vanzelfsprekend dat de wereld voor ons openstaat. Maar mag – omgekeerd – de wereld naar ons toekomen?
Durft het westen in de spiegel te kijken die ‘de wereld’ voorhoudt? Of grijpt het terug op de vertrouwde impuls van nog meer retoriek en wapengeweld? Wanneer neemt het westen verantwoordelijkheid voor zijn aandeel in de mondiale turbulentie?
De spanningen rond de instroom van asielzoekers maken interne breuklijnen zichtbaar:
Er is gebrek aan betaalbare woningen
Voor starters en minima zijn er weinig betaalbare huurwoningen. Dit probleem is door de neoliberale aanpak verergerd: de verkoop van sociale huurwoningen en de huurmaximalisatie maakt het jonge stellen bijna onmogelijk om een eigen gezin op te bouwen.
De hoge vaste lasten
De hoge huurprijzen en de hoge kosten voor zorgverzekering (inclusief het verplichte eigen risico, de eigen bijdragen bij niet volledig vergoede zorg en de niet vergoede kosten), energie en communicatie slokken een ongekend groot deel van het inkomen op.
Werkloosheid
In juli 2015 waren 694.000 mannen en vrouwen werkloos. Mannen waren vaker langdurig werkloos dan vrouwen (47 tegen 30 procent). Ruim de helft was boven de 45. Recente cijfers over werkloosheid onder jongeren ontbreken, maar in de afgelopen jaren was die onveranderlijk hoog voor laagopgeleide jongeren, vooral als zij van buitenlandse komaf waren.
Wat doet werkloosheid met het gevoel van eigenwaarde? Hoe is het om van een uitkering afhankelijk te zijn en niet zelf de kost te kunnen verdienen?
De afbraak van de zorg
Met de invoering van de WMO in 2015 is in rap tempo de vertrouwde zorg afgebroken. Mensen moeten op eigen kracht oplossingen vinden voor soms complexe problematiek. Voor de kring rond hulpbehoevenden weegt de zorg zwaar.
De automatisering
Zie nog maar eens een persoon aan de telefoon te krijgen. Nu wordt ook de belasting geautomatiseerd. Alsof iedereen een computer heeft. Alsof iedereen met een computer kan omgaan. Nederland telt nog steeds behoorlijk wat analfabeten. En niet iedereen kan een computer of smartphone betalen.
De verzakelijking bij uitkeringsinstanties
Het klinkt zo redelijk: iedereen die een uitkering krijgt, moet daarvoor een tegenprestatie leveren. Door de zakelijke, gestandaardiseerde bejegening van ambtenaren voelen uitkeringsgerechtigden zich lang niet altijd niet in hun waarde, waardigheid en geschiedenis gezien.
Geen scharrelruimte
Dit zie ik als het grote probleem: de strenge controle op uitkeringsgerechtigden laat mensen geen scharrelruimte. De meeste mensen zijn niet bestand tegen permanente druk. En worden ziek. Mensen hebben behoefte aan perspectief om de moed erin te houden. Ze hebben een marge nodig om zich te kunnen ontplooien. Dat geeft ademruimte. Iets van hoop en uitzicht moet ‘het systeem’ de mensen kunnen laten. Het basisinkomen en de regelvrije uitkering kunnen een goed alternatief zijn voor de sterk toegenomen controledrift.
Verkeerde bezuinigingsstrategieën
Bezuinigingen op uitkeringen komen de gemeenten ten goede. Dit zijn verkeerde stimulansen. Nu al is er sprake van willekeur: gemeenten interpreteren de regels naar eigen inzichten. Menig gemeente zet uitkeringsgerechtigden onder druk. Het dreigement van korting ligt voortdurend op de loer. De controle is groot. Gemeenten gaan respectloos met privacygevoelige informatie van uitkeringsgerechtigden om. Dat mensen zich niet meer vrij en veilig voelen, is goed voor te stellen.
Overvraagd
Mensen voelen zich op tal van terreinen overvraagd. Met alle spanningen van dien. De markt heeft vrij spel, ten koste van mensen. Die breuklijnen worden zichtbaar, nu zich een nieuwe groep mensen aandient die ook opvang en zorg behoeven. Maar de asielzoekers zijn het probleem niet. In Nederland is de solidariteit met de mensen die steun behoeven de laatste dertig jaar systematisch uitgehold. De WMO vormt het sluitstuk, alle mooie woorden als participatie en eigen kracht ten spijt. De spanning die de afbraak van sociale voorzieningen veroorzaakt, komt nu naar buiten. Soms met onvervalste woede jegens de mensen die het voor het zeggen hebben: aanstoot geven ‘de dikke BMW’, ‘hun vette koppen’, etc. Er gaapt een kloof tussen kansarm en kansrijk, haves and have-nots.
Geen soelaas
Het merendeel van de gemeenten beschikken niet over een onafhankelijke instantie waar mensen hun klachten kunnen deponeren. De nationale ombudsman is vaak hun laatste hoop. En daar kom je niet zomaar terecht. Dan moet je de zaak al in de eigen gemeente hebben aangekaart. Voor veel mensen is dit een weg die zij niet kunnen gaan. Omdat zij noch de kracht, noch de kennis noch de financiële middelen hebben.
Naar aanleiding van Dola de Jong, En de akker is de wereld (Uitgeverij Cossée, Amsterdam)
Bij de douane moesten de vluchtelingen hun papieren laten stempelen. … Hans wist nu wat hem daarbij zo diep gegriefd had … de totale onverschilligheid van de douane. Ze hoorden de woorden die hun toegevoegd werden niet eens omdat zij die de woorden uitspraken voor hen niet bestonden. Het was tenslotte vee, klaar voor verscheping. … Ik ben een van hen, dacht Hans, een stuk vee. Hij kon nog de vernedering proeven, die als gal in zijn mond was opgestegen. Ik ben een van hen, het stempel staat op mijn huid, en op de huid van duizenden, miljoenen anderen (p.248).
Dit boek gaat over verlangen en de weerbarstigheid van het leven. Het diepe verlangen van een vluchtelingengezin om in een buitenland een nieuw bestaan op te bouwen, maar de nieuwe aarde geeft haar geheimen niet prijs… Letterlijk: hun akker wil maar niet ontkiemen. Langzaam ontvouwt zich het drama. Het verbeten gevecht tegen de verzengende zon put uit. Een veronachtzaamde hondenbeet leidt tot de amputatie van een been. De moeder betaalt de ziekenhuiskosten met haar lichaam. Hoe flinterdun is de beschaving als mensen in een machteloze positie terecht komen, hoe fragiel de gelijkwaardigheid van vrouwen.
Hun eindeloze inzet en oneindig wachten kunnen het tij niet keren. Moed en overmoed, berusting en acceptatie: ieder gezinslid reageert op een eigen manier op de situatie. Hun weerloosheid trof me.
De beklemming in dit boek is immens. Vaak moest ik het al na een paar bladzijden wegleggen. Dit is het lot dat miljoenen vluchtelingen nu ondergaan.
Dola de Jong (1911-2003) schreef het boek tijdens de Tweede Wereldoorlog in New York. Kort voor de Duitse bezetting was zij samen met haar verloofde Nederland ontvlucht. Als joodse vrouw wist zij dat zij hier niets van het leven te verwachten had. Ze komen terecht in Tanger dat onder internationaal toezicht had. De vluchtelingen daar zitten als ratten in de val.
Dola kon hieruit ontsnappen, omdat zij, een danseres, de kreupele dochter van de Australische ambassadeur weer leert lopen. Uit erkentelijkheid regelt hij voor haar gezin een passage naar de VS.
In een notitie bij haar manuscript verklaart zij dat de situatie voor de refugiés nog veel erger was dan zij hier beschrijft. Everybody played soccer with the refugees, kicking them from pillar to post. They were victimised by politics, bureaucracy and greed.
Het boek droeg zij op Aan vader, moeder en Jan, weerloos gedood in Duitse concentratiekampen, ter nagedachtenis.
Bij een derde van de burgers vinden de plannen tot strengere asielwetgeving instemming.
Waar komt hun ongerustheid vandaan?
Mensen vrezen voor de aantasting van de Nederlandse identiteit, is de boodschap van Geert Wilders. En zij zijn bang dat de welvaart en de sociale voorzieningen geen stand houden, laat Halbe Zijlstra doorschemeren. Is dit de kern van de onrust?
Ik zou zo graag van mensen zelf horen wat zij als een probleem ervaren. Zonder dat hun het mes op de keel gezet wordt, zoals in Oranje gebeurde. Wat valt er dan in hun woorden te beluisteren?
Er is een gevoel van achterstelling. De vrouw in Oranje riep, voor zij van de auto van de staatssecretaris weggetrokken werd: “dikke BMW, dikke BMW, jongens”. De klassentegenstellingen zijn in Nederland veel groter dan doorgaans erkend wordt. Maar ook de financiële inspanningen waarvoor de onderste helft van de samenleving zich gesteld ziet, zijn doorgaans groter dan erkend. Dit geldt met name voor mensen die net boven het minimum verdienen en geen recht hebben op het merendeel der toeslagen. De geïnstitutionaliseerde solidariteit is aan het oplossen. De Wet maatschappelijke ondersteuning bekrachtigt dit proces. Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht zijn nu de sleutelwoorden. Mensen voelen het als “zoek het zelf maar uit, maar je moet wel betalen”. Het zijn vervreemdende processen in een wereld die al door de automatisering en marktwerking ingrijpend veranderd is. Lang niet iedereen heeft er grip op. Menigeen voelt zich overspoeld, een pion. Ik ook, bij tijd en wijle. Vooral als ik weer eens niet door de bureaucratie kan komen en geen mens aan de telefoon krijg, doch een computer.
De bevoogding is een oud fenomeen. ‘Den Haag’ heeft al te lang voor de burgers gedacht. Vanuit de overtuiging dat bestuurders het beter weten dan de mensen zelf. Ook na de Tweede Wereldoorlog bleef deze houding van kracht. De overtuiging van de maakbare samenleving maakte overleg en dialoog overbodig. Als het structureel maar goed geregeld was, dan zou de consensus vanzelf volgen. De verhaallijnen van ‘Den Haag’ en ‘burgers’ gingen een eigen leven leiden.
De spanningen zijn al decennia lang bekend. En toch is er nog steeds geen dialoog op gang gekomen waarin burgers zich gehoord en gehonoreerd voelen, niet gemanipuleerd.
Het debat over de kloof tussen de politiek en de burger is verscherpt sinds Fortuyn er in 2001 een islamitisch tintje aan gaf. Nu was er een zondebok. Maar het debat rond de moslimimmigratie gaat voorbij aan de kern van het probleem en leidt af van waar het werkelijk om gaat: de ongelijke verdeling van lasten in de Nederlandse samenleving en de kloof tussen kansarm en kansrijk.
Om weer maatschappelijk elan te krijgen is een andere benadering nodig. De onvrede zit diep bij zeker een derde van de burgers. Daarom is het zo belangrijk om te achterhalen wat er achter hun ongenoegen schuil gaat. Het is tijd voor een dialoog waarin alle partijen zich gehoord voelen. Zonder dat het gesprek gegijzeld wordt door partijpolitieke argumenten. In de praktijk gebeurt dit veel vaker dan de politiek ons wil doen geloven.
De stroom asielzoekers confronteert Nederland met complexe interne problematiek:
De nawerking van de crisis van 2008 wordt nog steeds gevoeld door ‘de onderkant van de samenleving’. Zie het hoge aantal mensen dat in armoede leeft, problematische schulden heeft en een beroep moet doen op schuldhulpverlening of in de anonimiteit verdwijnt.
Het neoliberalisme heeft menige sociale maatregel de nek omgedraaid. Denk alleen al aan de huurmaximalisatie en de massale verkoop van sociale huurwoningen. Jonge starters kunnen geen eigen gezin stichten omdat het aan betaalbare woningen ontbreekt. Paradoxaal genoeg heeft een ondersteuningsmaatregel als de huursubsidie bijgedragen aan deze spiraal.
Dit mechanisme is op tal van terreinen zichtbaar: met de reorganisatie van de zorgverzekering zijn burgers verplicht zich individueel te verzekeren. In het belang van het algemeen welzijn. Zelfs wie een zorgtoeslag ontvangt, is nog onevenredig veel geld kwijt aan een aanvullende verzekering en bijkomende kosten. Wat betekent het begrip solidariteit dan nog? Mensen betalen veel geld voor een stelsel, waar zij door het hoge eigen risico afstand van houden.
De vaste lasten zijn tegenwoordig ongekend hoog. Dit geeft minima veel spanning. Temeer als zij van een uitkering leven. Zij zijn aan tal van regels gebonden. De strenge controle op hun levensstijl beperkt hun scharrelruimte. En juist die ruimte hebben mensen nodig om iets van perspectief te hebben.
Juist deze mensen ervaren de komst van (nog meer) buitenlanders, vooral moslims, als een bedreiging voor hun toch al benarde levensstaat. Gaan zij hun uitkeringen, baantjes en huizen ‘inpikken’? Gaan zij een aanslag vormen op de levensstaat en cultuurpatronen die mensen gewoon zijn?
Hun angst roept de vraag op waar het misgegaan is met de verzorgingsstaat. Waarom zijn zoveel mensen het vertrouwen kwijt geraakt dat hun leven, hun talenten en hun werkkracht ertoe doen?
De asielzoekers komen af “op onze fantastische sociale voorzieningen: hoge uitkeringen, een huurhuis, deze mensen krijgen het allemaal”. De woorden zijn van Halbe Zijlstra. In een videoboodschap die de VVD ca. 9 oktober 2015 op YouTube plaatste.
Is het waar? Komen asielzoekers af op onze sociale voorzieningen?
In interviews met asielzoekers is steeds weer te horen hoe zij hier in vrede hopen te leven en hun talenten willen ontplooien en inzetten.
Waarom kijken we niet meer naar succesvolle immigranten en de inspiratie die zij Nederlanders geven?
De lijst is lang en wordt aangevoerd door klinkende namen als koningin Maxima en Ahmed Aboutaleb.
De kortzichtige beeldvorming heeft zich vertaald in beleid.
Waarom raken zoveel asielzoekers gedeprimeerd? Omdat zij in afwachting van hun status niets mogen: zij mogen de taal niet leren, ze mogen niet werken. Hun identiteit en levensperspectief doen er niet toe. Zolang zij geen status hebben, leven zij in niemandsland.
Het is een hele kunst om in deze situatie hoop te houden.
Het gaat om de menselijke maat. Deze mensen zijn met gevaar voor eigen leven gevlucht. Omdat het leven daar hun geen leven bood. Voor hun vlucht hebben ze in veel opzichten een hoge prijs betaald.
Op de vlucht zijn zij niet verdronken, maar hier lopen zij het risico in onze regels en procedures te verdrinken.
En toch wil de VVD een nog strenger asielbeleid.
Waar is de menselijke maat?
“Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook de ander niet”.
Zeven miljoen Syriërs zijn op de vlucht. Europa ruziet over de spreiding van 120.000 vluchtelingen. Sluit het Westen de ogen voor een menselijke ramp?
Zijn wij het schuldgevoel vergeten over de Duitse Joden die Nederland eind jaren dertig aan
de grens tegenhield en terugstuurde naar Duitsland?
Zijn wij vergeten dat bijna een half miljoen Nederlanders na de Tweede Wereldoorlog geëmigreerd zijn – een net woord voor ‘vlucht’ – naar met name Canada, de VS en Australië? Op zoek naar een beter leven.
Zijn wij vergeten dat de onrust in het Nabije en Midden-Oosten voor een groot deel het gevolg is van de geopolitiek die het westen daar in de 20e eeuw bedreven heeft? Vanwege militaire bufferzones en olie?
Nu schuiven we de problematiek af naar de landen ‘in de regio’.
De zeven miljoen Syriërs zijn binnen Syrië gevlucht naar veiliger oorden en of zij zijn de grens overgestoken naar de buurlanden. Turkije herbergt 3,3, miljoen vluchtelingen, vooral in de grensgebieden. Jordanië, een land van 8 miljoen inwoners, vangt 1,8 miljoen vluchtelingen op. En Libanon met zijn 4 miljoen inwoners 1,1 miljoen. De vluchtelingen drukken zwaar op de plaatselijke economie. Daarom worden de vluchtelingen steeds meer aan banden gelegd: zij leven in erbarmelijke omstandigheden, hebben nauwelijks inkomsten en mogen niet werken. Er zijn geen vooruitzichten. Onderwijs en medische zorg laten te wensen over. De spanning is groot: voor de Syriërs die met moeite het hoofd boven water houden en voor het ontvangende land, dat steeds grotere lasten te dragen heeft.
En wij klagen over 120.000 vluchtelingen.
De geopolitieke belangen in de regio zijn zo groot, dat er voorlopig geen politieke oplossing te verwachten is.
Wat is een menselijke oplossing voor dit grote humanitaire drama?