Category: sociale cohesie

17 Dec 2015

Rutte en Geldermalsen  0

Twee beelden beheersten woensdagavond 16 december 2015 het nieuws: de rellen in Geldermalsen en de ontluistering van Mark Rutte in de Tweede Kamer bij het debat over de Teevendeal. Er is meer samenhang tussen beide beelden dan op het eerste gezicht lijkt. Waar was Mark Rutte toen de vluchtelingen hier binnenstroomden? Op het internet circuleren geen beelden van prominente politici of leden van het koninklijk huis die asielzoekers verwelkomen. Deze stilte legitimeert het intimiderende gedrag van isolationisten. Hebben we in Nederland nog politici met zedelijke moed? Ruimhartigheid zou wel eens tot verrassend veel instemming en navolging kunnen leiden.

13 Dec 2015

Sterfte onder blanke laagopgeleiden neemt toe in VS  0

Mijn analyse van de uitzichtloze positie van laagopgeleiden – zie ‘Harper Lee prikt door blanke façade’ en andere blogs – kreeg vandaag een belangrijke bevestiging. In Buitenhof van 13 december 2015 verhaalde Tom-Jan Meeus van recent onderzoek  door Nobelprijswinnaar Angus Deaton en zijn vrouw Anne Case, dat uitwijst dat de sterfte onder middelbare, laagopgeleide blanke Amerikanen snel toeneemt. Sneller dan alle andere bevolkingsgroepen. De doodsoorzaken zijn bovenal zelfmoord, alcohol- en drugsgebruik, en leververgiftiging door opiumhoudende medicijnen. De sterfte neemt epidemische vormen aan. Stress wordt als een belangrijke factor gezien. Door de crisis zijn fabrieken gesloten en stagneren de lonen.

Dit fenomeen treft andere bevolkingsgroepen net zo hard, maar waarom heeft het meer effect op blanke laagopgeleiden?

Dat blanke Amerikanen gedesillusioneerd zijn geraakt heeft er volgens de onderzoekers mee te maken dat zij opgegroeid zijn met het ideaalbeeld van de ‘Amerikaanse droom’. Van een dubbeltje een kwartje worden. Maar die droom gaat niet meer op. Onderzoek wijst uit dat de middenklasse aan het verdwijnen is en daarmee raakt een belangrijk opstapje uit het zicht. De tweedeling tussen boven- en onderklasse  is realiteit aan het worden.

Het verlies op perspectief tast het zelfrespect, de identiteit en zingeving aan. Blanke laagopgeleiden hebben niets meer waar zij zich aan kunnen optrekken. Hun leven is uitzichtloos geworden. De Amerikaanse droom is voor hun niet uitgekomen. Zij doen het minder goed dan hun ouders en hebben geen hoop op een ‘beter leven’.

Meeus begon zijn relaas met het feit dat het zeer wel mogelijk is dat Donald Trump de voorverkiezingen van de Republikeinen gaat winnen. Met de stem van blanke laagopgeleiden die zo hun frustratie uiten. Meeus verwacht dat het bestuur van de Republikeinse Partij de kandidatuur van Trump zal blokkeren. Maar deze speculatie zal het ongenoegen aan de onderkant van de samenleving niet dempen. In feite leidt het alleen maar af van de les die uit het onderzoek van Deaton en Case te trekken is.

Het neoliberalisme dat vooral aanhang heeft in de Republikeinse Partij, heeft de vermogensongelijkheid alleen maar aangewakkerd ten koste van het middenveld en de industrie. Veel arbeiders zijn werkloos geworden. Hun uitkering en/of verdiensten zijn nauwelijks voldoende om in de kosten van het levensonderhoud te voorzien. Het is een gevecht tegen de bierkaai, temeer daar in deze bevolkingslaag een relatief grote groep mensen door handicaps van verschillende aard niet tot werk in staat is. Zij hebben geen zicht op positieverbetering en dat is een realiteit waarmee zij van huis uit niet hebben leren leven.

Het is te hopen dat politici meer doordrongen raken van de keerzijden van het neoliberalisme en begrijpen dat een menselijker, socialer beleid nodig is. Door het neoliberalisme verliezen vooral laagopgeleide mensen hun geloof in het leven. Zij vestigen nu hun hoop op Trump. In Europa verloopt dit proces niet anders: ook hier krijgen nationalistische leiders vooral stemmen krijgen van mensen die zich buitengesloten voelen.

Het is maar de vraag of zij hun voormannen of – vrouwen hun kiezers de toekomst geven die zij verwachten. En dat zal de zaak alleen maar nog meer op scherp zetten. Het stemgedrag, de schietincidenten en de sterftecijfers laten zien dat de geest uit de fles is. Het neoliberalisme heeft een tegenkracht opgeroepen, die aan de gebruikelijke controlemechanismen ontsnapt.

Gebrek aan historisch inzicht bij alle lagen van de bevolking maakt mijns inziens het proces dat zich aan het ontrollen is, nog onhanteerbaarder. Het ontbreekt aan handvatten.

10 Dec 2015

Bruegel en de heksen  0

Die arme Pieter Bruegel. Moet hij op zijn oude dag nog horen dat hij “een iconisch beeld” van heksen gecreëerd heeft: lelijke vrouwen met wapperende haren die in kookpotten roeren en op bezemstelen vliegen.

“Wat is dat voor flauwekul”, moppert hij. “ik heb niets gecreëerd, ben van aloude beelden uitgegaan. Hebben jullie geen ogen in je hoofd? Mijn gravures zijn onschuldig vergeleken met de prenten die Albrecht Dürer en vooral Hans Baldung Grien al ver vóór mijn geboorte maakten. En wat dachten jullie van de verhalen die over toverij de ronde deden? De bijbel staat er vol mee. Vertel mij dus niet dat ik die beelden gecreëerd of gebundeld heb. In mijn oeuvre nemen de gravures over bedrog en magie maar een bescheiden plek in. Het ging me niet om heksen. Ik probeer iets heel anders aan de kaak te stellen. De strijd tussen licht en duisternis en hoe mensen in de ban zijn van illusies. Daar gaat mijn ‘Keisnijding oftewel de heks van Malleghem’ (1559) over. Dat jullie dit niet zien!”

“Ook in de gravures over de H. Jacobus en de magiër Hermogenes belicht ik de strijd tussen goed en kwaad. In het licht dat de H. Jacobus uitstraalt, legt de magiër het loodje. Ik geloof helemaal niet in heksen of magie, wel in duistere krachten. Ik zie dat mensen in de ban zijn van geld en foute denkbeelden. Mij gaat het om het licht: het licht van Christus, het licht in de schepping. Waarom hebben jullie daar geen tentoonstelling aan gewijd? Het licht bij Pieter Bruegel! Dat zou een publiekstrekker zijn. Bij ‘de heksen’ (van Bruegel kan ik niet schrijven, mijn naam wordt gebruikt om publiek te trekken) zag ik vooral verbazing en ontreddering bij de toeschouwers. Natuurlijk kunnen ze niets met jullie fragmentarische reconstructie. Zien jullie niet dat ik het thema van toverij en magie als een vorm van beeldspraak presenteer?”

Bruegel wordt stil. Hij kijkt in de verte en zegt uiteindelijk: “Weet je, toverij zoals het hier voorgesteld wordt, leefde niet onder de mensen. Dit veranderde toen toverij een misdaad werd. Alleen al aan dit zinnetje is af te lezen dat dit concept van toverij van bovenaf was uitgevonden. Door machthebbers, theologen en juristen. In de Nederlanden namen de Bourgondische hertogen het voortouw.”

“Waarom? vraag je. Wel heel simpel, zij noemden toverij majesteitsschennis en dat gaf hun het recht om alle gangbare rechtsregels te negeren. Zo konden zij hun rechtsdomein uitbreiden.” “Aan de ontreddering bij wetshandhavers en rechtbanken zie je dat ze niets met deze ‘misdaad’ aankonden, het paste totaal niet in hun wereldbeeld. Maar door de druk die er van bovenaf op lag, moesten zij met deze nieuwe ‘realiteit’ leren leven. En ze wisten niet hoe. Vandaar dat de verhoren buitengewoon wreed waren. De martelingen waren zo pijnlijk dat mensen uiteindelijk alles bekenden wat de onderzoekers hen ten laste legde. De vonnissen waren even wreed.”

“Deze gruwelijkheden zijn in tentoonstelling niet invoelbaar. Omdat het accent te zeer op het ‘leuke en aparte’ ligt: de plaatjes. De toverijprocessen waren schokkend. Verspreid over tijd en ruimte zijn in heel Europa tussen 1450 en 1700 100.000 tot 200.000 mannen en vooral vrouwen vervolgd. De helft hiervan is ter dood veroordeeld. Dit zijn gruwelijke cijfers. De tentoonstelling belicht niet hoe en waarom deze overtuiging zoveel weerklank kreeg, en ook niet waarom de vervolging in tijd en plaats verschilde. Jullie geven een eenvoudige uitleg: de wereld was in de greep van angst. De ijstijd krijgt een prominente rol toebedeeld. Dit is toch niet serieus te nemen! Alsof mensen zich niet aan nieuwe omstandigheden weten aan te passen.” “Angst die 250 jaar duurt, dat vraagt om uitleg. Vooral als je bedenkt dat de Renaissance, het humanisme en de Gouden Eeuw tegelijkertijd van een bloeiperiode getuigen. En juist in deze tijd van verlichting is van bovenaf dit heksenbeeld gecreëerd. Waarom?”

“Dit was een excellente gelegenheid om het verband te leggen tussen beeldvorming, sociaaleconomische ontwikkelingen en machtsstreven. Daarom is het zo belangrijk om de beeldvorming in haar context te zien. Bij wie leefde haat tegen vrouwen? Welke rol speelden theologen? Wat waren machtspolitieke en juridische factoren? Hoe kan het dat de vervolging het hevigst was in protestantse landen? Dat alles maken jullie niet inzichtelijk.”

“Oh, de tentoonstelling is gebaseerd op een proefschrift? Ik heb dat ingekeken. Ook hier ontbreekt het aan een diepgaande, precieze analyse. Het accent ligt op de afbeeldingen. Aan de gruwelijke realiteit worden maar een paar bladzijden gewijd. De historische reconstructie dient slechts ter illustratie van een thema dat jullie om de verkeerde redenen fascineert.”

“Wat hebben jullie wetenschappers toch een primitief beeld van de Middeleeuwen. Onze wereld was vol kleur en nuance, en net als jullie wereld volop in ontwikkeling. De drukpers was net uitgevonden. Iedereen kon kennis nemen van nieuwe denkbeelden. En er was veel geld in omloop. Mensen moesten zich opnieuw op waarden oriënteren. Net als Jeroen Bosch waarschuw ik mensen dat zij zich niet moeten laten verblinden door illusies. En nu gebruiken jullie diezelfde prenten om mensen in verwarring te brengen. Ik begrijp dat niet. Jullie zijn er toch om mensen te verlichten? Waarom doen jullie dan alsof mensen tussen 1450 en 1700 in de ban van toverij waren?”

“In de tentoonstelling wordt de toeschouwer de meest elementaire informatie onthouden. De op- en bijschriften van gravures zijn niet eens vertaald. Zo maak je het mensen onmogelijk om zelf tot een oordeel te komen. En creëren jullie illusies. Precies datgene waar jullie mij en de Middeleeuwen van beschuldigen. Dat is treurig.”

“Ik verlangde ernaar om mensen naar het licht te leiden, en jullie zetten mensen op het verkeerde been. Maar wie weet, brengen mijn woorden jullie tot inkeer. Ik verheug me op de tentoonstelling ‘Het licht bij Bruegel’. Wat zal het een feest zijn om de verwondering op de gezichten van toeschouwers te zien! Hun een gevoel te geven voor het goede, het ware en het schone…”

10 Nov 2015

De keerzijde van de VOC  0

De stroom vluchtelingen die koers gezet heeft naar Europa confronteert het continent met eeuwenoude patronen. ‘Wij’ hadden ons het recht toegekend om de wereldzeeën te bevaren en andere landen te koloniseren. En nu nemen deze mensen het heft in eigen handen en koersen af op Europa. Dit is de omgekeerde wereld. Het paradijs was toch daar? En nu zijn wij de uitverkorenen. De nieuwe rol: het is nog even wennen.

Aloude angsten worden op de nieuwkomers geprojecteerd. Zij pikken onze huizen, onze banen en onze meisjes in. Hoe klassiek. Deze angsten zijn een spiegel van het koloniale gedrag dat wij eeuwenlang vertoond hebben in Afrika, Azië, Australië en de Amerika’s.

De jongemannen die de VOC- en WIC-schepen beklommen, hadden in de Republiek weinig andere kansen op een bestaan. Vaak was er iets mis mee. De grote vaart bood uitkomst. Heel wat Nederlanders hebben hun geluk in één van de vele buitenlandse thuishavens beproefd.  Het lijkt wel alsof we vergeten zijn hoe vanzelfsprekend wij ervan uitgingen dat we welkom waren.

Toen Nederland nog een koloniale superstaat waren, vroeg niemand aan Afrikanen, Aziaten, indianen en aboriginals of wij welkom waren. We eigenden ons de grond, de vrouwen en de producten toe, zonder de regels van fatsoen, respect of gastvrijheid in acht te nemen. Geld en wapens gaven ons het recht van de sterkste en de ander had zich te voegen. Goedschiks of kwaadschiks. Het kolonialisme was meedogenloos. Missionering hoorde tot de wapens.

Zelden lag iemand hiervan wakker. ‘Wij’ waren toch superieur? ‘Zij’ minderwaardig?

Dit verleden wordt weer geactiveerd nu vluchtelingen aan de Europese grenzen staan. Nu zijn wij bang dat we onder de voet worden gelopen. Het is een oud schrikbeeld. Kunnen we er rustig naar kijken? Vanuit historisch perspectief?

Nederland is altijd een emigratie- en immigratieland geweest, al vergeten we dat laatste steeds weer. Wie wilde er – 500 tot 1000 jaar geleden – wonen in dit zompige gebied? Mensen die in geboortestreek geen bestaan konden opbouwen,  zagen hier een kans. Zo is Nederland een dicht bewoond land geworden. En dat koude kikkerlandje werd menig mens te benauwd…

De spanning rond de komst van een grote groep vluchtelingen laat zien dat de rol van ontvangende partij ons niet meer vertrouwd is. We zijn het fundamentele begrip van gastvrijheid vergeten. In den vreemde dwongen we het af, hier geven we het niet als vanzelfsprekend.

Waarom valt het ons zo moeilijk om gastvrij te zijn? Komt het door interne problematiek? Omdat mensen zich achtergesteld voelen?

Als dit zo is, dan doet Nederland er goed aan om deze spiegel serieus te nemen. Wat is het achterstallige sociale onderhoud hier te lande? Als wij onze rijkdom alleen voor onszelf willen houden, dan is het tijd voor een historische opfriscursus. De rijke inkomsten uit de koloniën hebben de Nederlandse staat en Nederlandse families puissant rijk gemaakt en de koloniën op achterstand gezet, zo niet uitgeput. Het verschil in rijkdom en kennis is nog steeds groot.

In het leven is vaak een zekere rechtvaardigheid te onderkennen. Alles wat te veel is, wordt afgeroomd. En tekorten worden aangevuld. Het is nu tijd om openstaande rekeningen te vereffenen. Ook al vinden we dat ons geen blaam treft. Historisch gezien is het tijd om te erkennen dat wij op basis van kenmerken als ras en geloof mensen inferieur geacht en gemaakt hebben. Deze achterstelling heeft het westen op grote voorsprong gebracht. Van deze erfenis profiteert het westen nog steeds.

De suprematie die het blanke westen zichzelf al eeuwenlang toekent, bepaalt nog steeds onze kijk op de wereld. Nog steeds wil het westen de waarden en de koers van de wereld dicteren. We vinden het vanzelfsprekend dat de wereld voor ons openstaat. Maar mag – omgekeerd – de wereld naar ons toekomen?

Durft het westen in de spiegel te kijken die ‘de wereld’ voorhoudt? Of grijpt het terug op de vertrouwde impuls van nog meer retoriek en wapengeweld? Wanneer neemt het westen verantwoordelijkheid voor zijn aandeel in de mondiale turbulentie?

09 Nov 2015

Sociale breuklijnen in Nederland  0

De spanningen rond de instroom van asielzoekers maken interne breuklijnen zichtbaar:

Er is gebrek aan betaalbare woningen
Voor starters en minima zijn er weinig betaalbare huurwoningen. Dit probleem is door de neoliberale aanpak verergerd: de verkoop van sociale huurwoningen en de huurmaximalisatie maakt het jonge stellen bijna onmogelijk om een eigen gezin op te bouwen.

De hoge vaste lasten
De hoge huurprijzen en de hoge kosten voor zorgverzekering (inclusief het verplichte eigen risico, de  eigen bijdragen bij niet volledig vergoede zorg en de niet vergoede kosten), energie en communicatie slokken een ongekend groot deel van het inkomen op.

Werkloosheid
In juli 2015 waren 694.000 mannen en vrouwen werkloos. Mannen waren vaker langdurig werkloos dan vrouwen (47 tegen 30 procent). Ruim de helft was boven de 45. Recente cijfers over werkloosheid onder jongeren ontbreken, maar in de afgelopen jaren was die onveranderlijk hoog voor laagopgeleide jongeren, vooral als zij van buitenlandse komaf waren.

Wat doet werkloosheid met het gevoel van eigenwaarde? Hoe is het om van een uitkering afhankelijk te zijn en niet zelf de kost te kunnen verdienen?

De afbraak van de zorg
Met de invoering van de WMO in 2015 is in rap tempo de vertrouwde zorg afgebroken. Mensen moeten op eigen kracht oplossingen vinden voor soms complexe problematiek. Voor de kring rond hulpbehoevenden weegt de zorg zwaar.

De automatisering
Zie nog maar eens een persoon aan de telefoon te krijgen. Nu wordt ook de belasting geautomatiseerd. Alsof iedereen een computer heeft. Alsof iedereen met een computer kan omgaan. Nederland telt nog steeds behoorlijk wat analfabeten. En niet iedereen kan een computer of smartphone betalen.

De verzakelijking bij uitkeringsinstanties
Het klinkt zo redelijk: iedereen die een uitkering krijgt, moet daarvoor een tegenprestatie leveren. Door de zakelijke, gestandaardiseerde bejegening van ambtenaren voelen uitkeringsgerechtigden zich lang niet altijd niet in hun waarde, waardigheid en geschiedenis gezien.

Geen scharrelruimte
Dit zie ik als het grote probleem: de strenge controle op uitkeringsgerechtigden laat mensen geen scharrelruimte. De meeste mensen zijn niet bestand tegen permanente druk. En worden ziek. Mensen hebben behoefte aan perspectief om de moed erin te houden. Ze hebben een marge nodig om zich te kunnen ontplooien. Dat geeft ademruimte. Iets van hoop en uitzicht moet ‘het systeem’ de mensen kunnen laten. Het basisinkomen en de regelvrije uitkering kunnen een goed alternatief zijn voor de sterk toegenomen controledrift.

Verkeerde bezuinigingsstrategieën
Bezuinigingen op uitkeringen komen de gemeenten ten goede. Dit zijn verkeerde  stimulansen. Nu al is er sprake van willekeur: gemeenten interpreteren de regels naar eigen inzichten. Menig gemeente zet uitkeringsgerechtigden onder druk. Het dreigement van korting ligt voortdurend op de loer. De controle is groot. Gemeenten gaan respectloos met privacygevoelige informatie van uitkeringsgerechtigden om. Dat mensen zich niet meer vrij en veilig voelen, is goed voor te stellen.

Overvraagd
Mensen voelen zich op tal van terreinen overvraagd. Met alle spanningen van dien. De markt heeft vrij spel, ten koste van mensen. Die breuklijnen worden zichtbaar, nu zich een nieuwe groep mensen aandient die ook opvang en zorg behoeven. Maar de asielzoekers zijn het probleem niet. In Nederland is de solidariteit met de mensen die steun behoeven de laatste dertig jaar systematisch uitgehold. De WMO vormt het sluitstuk, alle mooie woorden als participatie en eigen kracht ten spijt. De spanning die de afbraak van sociale voorzieningen veroorzaakt, komt nu naar buiten. Soms met onvervalste woede jegens de mensen die het voor het zeggen hebben: aanstoot geven ‘de dikke BMW’, ‘hun vette koppen’, etc. Er gaapt een kloof tussen kansarm en kansrijk, haves and have-nots.

Geen soelaas
Het merendeel van de gemeenten beschikken niet over een onafhankelijke instantie waar mensen hun klachten kunnen deponeren. De nationale ombudsman is vaak hun laatste hoop. En daar kom je niet zomaar terecht. Dan moet je de zaak al in de eigen gemeente hebben aangekaart. Voor veel mensen is dit een weg die zij niet kunnen gaan. Omdat zij noch de kracht, noch de kennis noch de financiële middelen hebben.

20 Oct 2015

Harper Lee prikt door blanke façade  0

Een lezeres attendeerde mij op het volgende: “Ha Llewellyn, Heel veel dank voor je Harper Lee blogs. Ik kan er zeker  iets mee. Ik heb ze hebberig gelezen en  veel aangestreept. Ik ben het alleszins met je eens, vooral in de tijd gezien. Eigenlijk is het griezelig actueel. Onderbelicht vind ik de rol van “white trash” en de hopeloosheid en rechteloosheid van de zwarten als ze daarmee te maken krijgen.”

Ik antwoordde haar:

“Fijn je reactie. De rol van ‘white trash’ en de rechteloosheid van zwarten in de onderlinge confrontatie, daar heb ik inderdaad weinig aandacht aan besteed. Ik heb het drama puur vanuit Harper Lee’s persoonlijke standpunt bekeken, omdat ik daar duidelijkheid over wilde hebben. ‘Black trash’ en ‘white trash’ hebben meer met elkaar gemeen dan op het eerste gezicht lijkt. Want beide werden en worden net zo hard geminacht en uitgebuit door de hogere klassen, de stand waar Jean Louise’s familie en Harper Lee’s uitgever toebehoren. Aan de ervaringen van Jean Louise kan je zien hoe hard die strijd gevoerd is en gevoerd wordt.”

Deze cryptische zinnen behoeven een toelichting.

Jeans vader, Atticus Finch, was voorzitter van de blanke mannen-club in Maycomb (Alabama). Haar beoogde verloofde was secretaris. Op een zondagmiddag sprak een man de vergadering toe. Hij zat vol rassenhaat: als zwarten gelijke rechten krijgen, zullen zij blanke vrouwen trouwen en daarmee het blanke ras verapen. Verbeesting van het blanke ras was het schrikbeeld dat hij in alle toonaarden bezong. Jean Louise hoort bij toeval zijn pleidooi en realiseert zich dat haar vader en haar verloofde het gedrag van deze man – louter door hun aanwezigheid – legitimeren. Het maakt haar ziek (p.107-111).

Zij roept haar vader ter verantwoording. “Waarom liet je hem spreken?” “Omdat hij spreken wou.” En dus kreeg hij de vloer. En iedereen applaudisseerde. Haar vader had de man het spreken niet belet en publiekelijk geen vraagtekens bij zijn uitspraken gezet.

Heeft haar vader gelijk? Is het zo eenvoudig als hij beweert? Wat zien we als we een stap naar achteren zetten?

De blanke bovenklasse geeft de blanke onderklasse de gelegenheid haar haat jegens de zwarten te ventileren. Hun blanke huid is het enige waardoor zij zich superieur kunnen voelen.  Door dat te beklemtonen houden zij hun gevoel van eigenwaarde in stand (p.187-202). Niet dat hun afzetten tegen zwarten hun iets oplevert: hun lonen, werkomstandigheden en scholing blijven even belabberd, maar het geeft hun identiteit. Dat is precies wat de middenklasse beoogt. Door rassen tegen elkaar uit te spelen houdt zij haar machtspositie ten aanzien van de hele onderklasse in stand, zonder dat zij verbeteringen hoeft aan te brengen. Inderdaad, heel actueel!

Zou de ‘white trash’-zwartenhater om zich heen kijken, dan zou hij zien dat hij in hetzelfde schuitje zit als zijn gekleurde collega’s. De huidskleur is een flinterdun argument. Iedereen wordt het vel over de neus gehaald. En in een oorlog zijn zij het kanonnenvoer, zij aan zij.

Sociale gerechtigdheid krijgen mensen niet cadeau. Het ventileren van onvrede in rassenhaat is eenvoudiger. Mensen zijn het perspectief kwijt op waar hun echte winst ligt.

Jean Louise ziet hoe  haar dierbaren zwart en blank als pionnen gebruiken. Ook zijzelf is zo’n pion. Als gesprekspartner wordt zij niet serieus genomen. Als er – als laatste machtsmiddel – geweld tegen haar haar gebruikt wordt, loopt zij stuk op het machtsvertoon: de vanzelfsprekend lijkende ideologie van haar vader en oom wint, voor het moment.

Door de verhoudingen zo te regisseren als Atticus Finch doet, draagt hij krachtig bij aan het rassenconflict en de achterstelling van zowel blanke als zwarte arbeiders. Zelf blijft hij buiten schot. Hij doet alsof zijn optreden erger voorkomt. Terwijl het een schoolvoorbeeld van manipulatie is.

Dit dubbelzinnige vertoog ontmaskert Jean Louise.

Ze had deze berekenende Atticus Finch willen laten zien. Niet het geïdealiseerde rolmodel dat hij werd in To kill a mockingbird. Daar werd hij het prototype van een blanke man die vrij van rassenvooroordeel is, onkreukbaar en mild. De Atticus Finch die als lijfspreuk heeft: gelijke rechten voor allen, geen privileges voor iemand (p. 108). Een blank icoon, vrij van racisme. Een verdediger van waarden en waardigheid, zonder aanzien des persoons, zonder oog voor ras. Het was een beeld waar menig welwillend blanke op zat te wachten. Maar het was niet het aanvankelijke beeld van Harper Lee. Zij beschouwt de gelijkberechtiging van blank en zwart als onvermijdelijk. Als recht, als inherent menselijk recht, niet als een gebaar van een verlicht individu.

Maar ze kreeg geen toestemming. De blanke westerse wereld was nog niet klaar voor deze ontmaskering. Ta-Nehisi Coates heeft recent in persoonlijke, welsprekende bewoordingen de discussie over de machtsverhoudingen die schuil gaan achter het zogenaamde rassenconflict weer aangezwengeld. Zijn boek Between the world and me is een uitnodiging tot dialoog over de wederzijdse ervaringen. Precies wat Levend Verleden Nu ook beoogt.

18 Oct 2015

Harper Lee en haar familie  0

Kent Nelle Harper Lee – haar volledige meisjesnaam – de double bind die zij in Go set a watchman beschrijft, aan den lijve?

Een double bind stelt mensen voor onmogelijke keuzes: in een ongelijkwaardige relatie eist de machtige partij onvoorwaardelijke liefde. De mensen van wie dit gevraagd wordt, krijgen niet de vrijheid om zelf een keuze te maken en eigen nuances aan te brengen. Positieve gevoelens zijn in zo’n relatie – onlosmakelijk lijkt het – verbonden met – in ieder geval ten dele een – ontkenning van het zelf. Dit geeft spanning aan wie moet buigen. En het is niet genoeg, het is nooit genoeg, want de slikkende partij kan nooit voor 100 procent aan de eisen van de bovenliggende partij voldoen. Die er steeds weer een schepje bovenop doet. Dit proces houdt stand totdat degene die buigt en slikt, leert om zich van het negatieve aspect te distantiëren. Dit doet de eisende partij pijn. De reacties kunnen meedogenloos en grotesk zijn. Zie de klap van oom Jack. Voor de onderliggende partij is er geen andere weg dan dit als de agressie van de ander te blijven zien die niets met hem/haar van doen heeft.

Hoe spreekt Nelle over de belangrijkste relaties in haar leven?

“For Mr. Lee and Alice in consideration of love and affection”, zo luidt de bedachtzame opdracht in To kill a mockingbird. Harper Lee (1926) heeft het boek opgedragen aan haar vader (1880-1962) en haar oudste zus Alice (1911-2014) vanuit de overweging van liefde en genegenheid. Go set a watchman heeft als opdracht het sobere “In memory of Mr. Lee and Alice”. De beide opschriften laten zien hoe belangrijk vader en zus voor Nelle geweest zijn. En toch duidt het herhaalde ‘Mr. Lee’ op afstand. Er staat geen vader of ‘AC’: zijn initialen die tevens zijn roepnaam waren. Ook zijn kinderen noemden hem zo.

Het leven van Nelle is niet van een leien dakje gedaan. Zij is geboren in wat wij nu een disfunctioneel gezin noemen. Het huwelijk van haar ouders was niet gelukkig. Er was een groot standsverschil: vader was een selfmade man van eenvoudige komaf, moeder was een geboren Finch en had de opvoeding genoten die bij de stand van haar familie paste. (Hier zien we dat we de hoofdfiguren uit de romans van Harper Lee niet mogen vereenzelvigen met haar familieleden.) Moeder speelde prachtig piano en was buitengewoon intelligent, maar zij leed aan stemmingswisselingen.

Het echtpaar kreeg met grote tussenpozen vier kinderen, Nelle was de benjamin. Als zij twee jaar oud is, probeert haar moeder haar in de badkuip te verdrinken. Nelle wordt gered door haar zusjes. Daarna verdwijnt de moeder – net als Boo Radley – naar de achtergrond. Nelle is opgevoed door haar vader en de huishoudster Hattie in een gezinssituatie die veel lijkt op het huiselijk leven in Mockingbird. Nelle was een ondernemend meisje, voor niets en niemand bang, een non-conformist. Met de meisjesrol was zij niet vertrouwd en dat maakte haar tot een buitenstaander. Zij was een ras observator en dit talent lag aan de basis van haar schrijverschap.

To kill a mockingbird (1960) was een overweldigend debuut, dat in 1961 met de Pulitzerprijs bekroond werd. Een hogere bekroning bestond er niet. Dit wekte verwachtingen die zij niet waar kon maken. Rond 1965 begon ze zich uit het openbare leven terug te trekken. Zij gaf geen interviews meer. In het kunstenaarsmilieu van New York paste zij niet. Zij leidde er een teruggetrokken leven met de fles als kameraad. Geregeld verblijft zij in haar geboortestadje, totdat zij besluit om daar samen met haar oudste zuster te gaan wonen. Aan hun gedeelde huishouden kwam in 2007 een einde toen Nelle door een beroerte getroffen werd en zij meer zorg nodig had.

Nelle wordt getypeerd als een uitgesproken persoonlijkheid die toch ook schuchter was. Haar zuster wierp zich op als beschermvrouwe. Zij zou in 2010 verteld hebben dat Nelle doof en blind was en zeer vergeetachtig. Deze geruchten staken de kop op toen Nelle begin februari 2015 – enkele maanden na het overlijden van haar zuster – een contract had getekend voor de uitgave van Go set a watchman. Mensen vroegen zich af of zij wel handelingsbekwaam was. De staat Alabama deed onderzoek en kwam tot de conclusie dat Harper Lee wel degelijk in staat was om zelfstandig beslissingen te nemen. Van ongeoorloofde druk was geen sprake geweest.

Het contract lijkt Nelle goed gedaan te hebben. Volgens haar advocaat was ze “happy as hell”, een krachtige Harper Lee uitdrukking. De uitgever was opgetogen over de ontmoeting. Hij prees Nelle’s humor, intelligentie en hoffelijkheid. Het lijkt erop dat de dood van Alice de weg vrijgemaakt heeft voor een eigen stukje van Nelle.

Want het blijft opmerkelijk dat Nelle nog geen drie maanden na het overlijden van haar zuster dit contract tekende. Laat dit zien dat er toch iets van een double bind in hun relatie geweest is?

Met de uitgave van Go set a watchman is iets geheeld wat gebroken was. Eens te meer is duidelijk hoe Harper Lee “hearts and minds all over the world” geraakt heeft. Van To kill a mockingbird zijn wereldwijd meer dan 40 miljoen exemplaren verkocht en van Go set a watchman al meer dan 3 miljoen! Harper Lee heeft miljoenen mensen geïnspireerd met haar fijnzinnige observaties! En dat is haar erfenis. Zij heeft op indringende wijze het rassenconflict zichtbaar gemaakt. Juist door haar kwetsbare opstelling. Hier kunnen we haar dankbaar voor zijn.

16 Oct 2015

De stilte in het leven van Harper Lee  0

Na de publicatie van To kill a mocking bird in 1960 bleef het 55 jaar stil rond Harper Lee. Waarom heeft zij in de tussentijd niets gepubliceerd?

Met De Spotvogel was de lat hoog gelegd. Het was een subliem boek dat tot op de komma geperfectioneerd was. Dat heeft zich uitbetaald in torenhoge oplagen en klinkende munt, met als klap op de vuurpijl de prestigieuze Pulitzerprijs in 1961. Maar dit soort gekunstelde perfectie en het wel heel aparte verhaal doen iets met de flow van een schrijver. Lee had de top bereikt en geloofde zelf niet dat ze haar debuut kon evenaren. Een mindere prestatie was voor haar geen optie.

Dit is stellig één kant van de zaak, maar ik geloof dat haar toch al kwetsbare zelfvertrouwen een deuk heeft gekregen door het gemarchandeer rond haar debuut. Voor de rasschrijfster die zij was, is dit een tragedie. Haar talent was herkend, maar de waarde van haar waarneming niet.

In Go set a watchman portretteert Harper Lee een jonge vrouw die bezig is zichzelf uit te vinden. Een belangrijke richtsnoer in haar leven zijn de waarden die haar vader haar in haar jeugd heeft voorgeleefd. Hij was voor haar de verpersoonlijking van integriteit. Dit beeld verpulvert in de jaren vijftig. Wat kristalhelder leek, kreeg grijs- en zwarttinten. In het Alabama van de jaren vijftig waren raciale spanningen meer dan aan de oppervlakte. Alles was er van doordesemd. Zwart en blank spraken niet meer met elkaar. Er waren twee kampen. Jean Louise ziet hoe haar eigen familie in dit patroon gevangen raakt en begrijpt het niet. Het doet geen recht aan haar liefde voor de zwarte kokkin die als een moeder voor haar gezorgd heeft. Met al haar vezels verzet zij zich tegen deze ontwikkeling. Zoals haar oom zegt: zij ziet geen kleur, zij ziet slechts mensen.

Go set a watchman functioneert als een spiegel. Het boek laat zien hoe mensen hun integriteit verliezen: door niet eerlijk te zijn in hun waarneming en in plaats daarvan irreële, oneerlijke beelden te voeden en te koesteren, zoals “We are outnumbered” (p.246), als de zwarten in het kleine Maycomb kiesrecht krijgen. En: “The Negroes down here are still in their childhood as a people” en kunnen daarom geen bestuurlijke taken aan. Het argument van Jean Louise dat het onderwijs aan zwarte mensen niet van slechtere kwaliteit kan zijn, wordt genegeerd.

Vanuit dit soort overtuigingen kan de heersende klasse haar identiteit en wereldbeeld intact laten en haar grip op de samenleving behouden. De zelfrechtvaardiging en illusies houden, hoe begrijpelijk ook, een leefwijze in stand die achterhaald is. Iedereen weet het, maar niemand wil het waar hebben. ‘The real world’ noemen haar vader en oom deze pragmatische levensinstelling.

Go set a watchman laat de dilemma’s zien waar een in wezen eerlijke vrouw mee worstelt. Wat is dat: liefde? Het huwelijk: ben ik daar geschikt voor? Waarom is de vrouw die als een moeder voor mij gezorgd heeft, nu onbereikbaar? Vanuit deze vragen kijkt zij naar de wereld om zich heen. En verwoordt zij wat ze in zichzelf en om haar heen waarneemt op een nieuw niveau – los van stand, ras en ideologie. Dit werd niet (h)erkend. Haar manuscript was te confronterend. Het gaf een inkijkje in de motieven van blanken voor segregatie. En toonde een menselijk gezicht van zwarte mensen. Dit beeld tastte het homogene succesverhaal van het naoorlogse Amerika aan. Daarom mocht een gemythologiseerd, prachtig verhaal wel, maar een actueel verkennend boek niet. En Harper Lee had niet de kracht om zichzelf door te zetten. Dit is geen verwijt. Deze jonge vrouw die in een onevenwichtig, moederloos gezin was opgegroeid, was bezig zichzelf uit te vinden. Als vrouw en als mens.

In Go set a watchman is bijvoorbeeld te lezen hoe ontredderd het meisje geweest is over haar vrouwzijn. Ze had flarden opgevangen van ‘hoe kindjes gemaakt worden’, een tongzoen was al voldoende, maar concreet wist ze niets. Ook van dit proces maakt zij ons deelgenoot en als lezer deel je in haar verwarring en schaamte.

Is de confrontatie met Jean Louise’s onzekerheid en het aarzelend vinden van haar levensweg niet een diepere reden waarom het boek is afgewezen? Harper Lee breng met haast kinderlijke eerlijkheid Jean Louise’s blinde vlekken onder woorden in relatie tot haar persoonlijkheid, achtergrond en ervaringen. Door haar onthand zijn zo te verwoorden maakt zij ruimte voor de menselijke maat. Maar het maakt haar als vrouw en schrijfster ook kwetsbaar.

Kan het zijn dat dit persoonlijke leerproces en de dialogische perspectieven die het opent, de redacteur niet bevielen? Lee laat zien dat het geweten in dialoog met het zelf en de ander groeit. En juist die betekenisgeving werd afgewezen, door haar vader en oom en door de uitgever. Dit is de kern van haar echec, alle literaire argumenten ten spijt.

Jean Louise’s bewustwordingsproces gaf haar een eigen kijk op de raciale conflicten van de jaren vijftig. Haar visie ging tegen de tijdsgeest in. En riep weerstand op. De klap die oom Jack zijn nicht gaf, brak haar. Zij bond in, waarschijnlijk omdat zij dit als haar plicht zag tegenover haar familie die zo belangrijk voor haar was. De jonge vrouw was in een loyaliteitsconflict terecht gekomen. Zij werd voor een onmogelijke keus gesteld: moest zij haar geweten voorrang geven boven haar liefde voor haar naaste omgeving, bovenal haar vader en oom? Juist deze dierbare mensen hadden – en dat is de paradox of ‘double bind’ – er alsmaar op aangedrongen dat zij zelfstandig werd. En toen zij dat uiteindelijk deed, is zij hardhandig terecht gewezen. Zij werd gemuilkorfd ‘in the name of love’. Ja natuurlijk hield zij van haar vader en oom en Alice. Maar die liefde heeft haar gekortwiekt. Voor haar visie hadden haar dierbaren geen ruimte. Zo werkt een double bind uit: de ondergeschikte partij moet zich beschadigen om  in het plaatje te passen.

De afwijzing van haar eerste boek was een drama in het leven van Harper Lee. Het was niet de enige teleurstelling die zij te incasseren had.

In hoeverre had zij To kill a mockingbird echt willen schrijven? Er zat iets kleinerends in de houding die Tay Hohoff jegens haar innam. Harper Lee heeft menige woede-uitbarsting gehad. Dat het boek een fabelachtig succes werd, had niemand kunnen bedenken. Harper Lee was in de wolken, maar er waren ook schaduwzijden:

Vanaf 1959 had zij intensief samengewerkt met Truman Capote, haar vroegere buurjongen ‘Dill’. Zij steunde hem in zijn onderzoek naar een gruwelijke moordpartij in Kansas. In zijn boek In cold blood (1966) gaf hij haar echter niet de erkenning die zij in haar ogen verdiende. Hier herhaalde zich de kleinering die zij ook van Tay Hohoff ervaren had.

Bij haar uitgever had zij inmiddels enkele voorstellen voor een nieuw boek ingediend, maar zij waren van werkelijkheidszin – haar grote kracht – gespeend. De concepten leken ingegeven door de alcohol. De fles was al in de jaren vijftig een vertrouwde gast in haar leven en in de zestiger jaren werd hij haar vaste metgezel, met al waandenkbeelden van dien. Lee was haar innerlijke anker kwijt.

Haar perfectionisme maakte het haar onmogelijk om nog iets samenhangends te schrijven. Onder leiding van Tay Hohoff was zij hyperkritisch geworden.

Hoe dan ook en waarom dan ook: Harper Lee is na 1960 in haar schulp gekropen. Zij werd een gekooide spotvogel, een zwijgend geweten. En dat is een tragedie: want blijkens de titels van haar twee boeken hechtte zij aan nauwkeurige registratie en rekenschap. Deze kwaliteiten waren vin haar ogen essentieel.

In de tien productieve jaren van haar leven heeft Harper Lee twee boeken geschreven die beide de tand des tijds doorstaan hebben. Haar boeken zijn een pleidooi voor onbevangen waarneming. Door alle emotionele turbulentie heen. Dit is de kern: jezelf en ‘de ander’ als mens te blijven zien. Zowel haar boeken als de geschiedenis er om heen, laten zien wat het met het zelfbeeld van een mens kan doen als hij/zij niet in zijn/haar waarde gezien wordt. Het gevaar van frustratie ligt op de loer. Wat een actuele boodschap om de problemen van deze tijd onder ogen te zien en te benaderen!

14 Oct 2015

Waarom werd Go set a watchman niet gepubliceerd?  0

Met Go set a watchman schreef Harper Lee een coming-of-age boek in de jaren vijftig. Toen nog een jong genre. In het begin is het ongewis waar het boek over gaat: een jonge vrouw keert terug naar haar geboortestad waar zij haar oude vriend zal ontmoeten. Hij lijkt de gedoodverfde verloofde, maar zij vraagt zich af of hij voor haar de juiste is. Haar onzekerheid staat op gespannen voet met de zelfverzekerde, wereldwijze indruk die zij wil maken. En toch kan ze niet anders dan die onzekerheid toelaten. Het maakt haar gevoeliger voor indrukken. Eenmaal thuis ziet zij hoe zelfs hier de segregatie is doorgevoerd: de zwarte kokkin die de familie door moeilijke jaren heen geholpen heeft, lijkt buiten beeld. Iets klopt er niet. Ze neemt de signalen waar en gaat op onderzoek uit. Vanaf dat moment krijgt het boek vaart en intrinsieke spanning.

In Go set a watchman is Harper Lee de waarnemer die het verhaal van Alabama in de jaren vijftig vanuit meerdere gezichtspunten belicht. Zo geeft zij interraciale spanningen een menselijk gezicht. En ze vindt woorden voor processen die toen nog onzegbaar waren. Juist de genuanceerde spiegel die Lee de lezer voorhoudt, had een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het bewustwordingsproces in de Verenigde Staten ten tijde van de burgerrechtenbeweging.

Zover is het niet gekomen. En dat heeft een reden. Want waarom koos de uitgever niet voor een nadere uitwerking van de brede thematiek die Lee in Watchman aansnijdt? Waarom moest er een geheel nieuw boek komen, waarin niet het perspectief van een 26-jarige vrouw centraal staat, maar de blik van een 8-jarig meisje? In haar oordeel liet de uitgever de vorm, de literaire kwaliteit zwaarder wegen dan de inhoud.

Go set a watchman ging tegen de tijdgeest in. Het liet de keerzijde van de Amerikaanse droom zien: het lege bestaan van middle class huisvrouwen en de achterstelling van gekleurde mensen die dom gehouden werden en geen kansen kregen om hun dromen te verwezenlijken.

Go set a watchman legt de zenuwen van die tijd bloot. Onbevangen laat Lee zien waarom mensen omwille van hun zelfbeeld hun blikveld vernauwen en vertroebelen. To kill a mockingbird had diezelfde kracht, maar speelt in een haast mythische verleden. Go set a watchman speelt zich af in een nog altijd actueel heden.

Aan de confrontatie tussen de grenzen die de samenleving aan Harper Lee stelt en de consequenties van haar eigen waarnemingen is de schrijfster bezweken. Te zien  wat zij zag, te leven naar wat zij zag, was (nog) teveel gevraagd. Haar talent is wel herkend, maar de urgentie achter haar woorden kon niet ontvangen worden. Op dit punt stuitte zij op massieve weerstand, zowel in haar familie als in de uitgeverswereld. Was haar intentie (h)erkend, dan had dit haar prille zelfvertrouwen kunnen sterken. En had zij een belangrijke spreekbuis van haar generatie kunnen worden. Maar wellicht paste die rol niet bij haar karakter en zenuwgestel.

Het goede nieuws is: op zijn eigen manier werd To kill a mockingbird toch een boek dat bijdroeg aan de bewustwording in de jaren zestig. Nu Go set a watchman ten lange leste gepubliceerd is, beschikken we over twee romans die zich inhoudelijk laten vergelijken. De ontstaansgeschiedenis van beide boeken geeft een soms onthutsend beeld van de motieven en sfeer in de jaren vijftig.

13 Oct 2015

Het belang van de dialoog  0

Bij een derde van de burgers vinden de plannen tot strengere asielwetgeving instemming.

Waar komt hun ongerustheid vandaan?

Mensen vrezen voor de aantasting van de Nederlandse identiteit, is de boodschap van Geert Wilders. En zij zijn bang dat de welvaart en de sociale voorzieningen geen stand houden, laat Halbe Zijlstra doorschemeren. Is dit de kern van de onrust?

Ik zou zo graag van mensen zelf horen wat zij als een probleem ervaren. Zonder dat hun het mes op de keel gezet wordt, zoals in Oranje gebeurde. Wat valt er dan in hun woorden te beluisteren?

Er is een gevoel van achterstelling. De vrouw in Oranje riep, voor zij van de auto van de staatssecretaris weggetrokken werd: “dikke BMW, dikke BMW, jongens”. De klassentegenstellingen zijn in Nederland veel groter dan doorgaans erkend wordt. Maar ook de financiële inspanningen waarvoor de onderste helft van de samenleving zich gesteld ziet, zijn doorgaans groter dan erkend. Dit geldt met name voor mensen die net boven het minimum verdienen en geen recht hebben op het merendeel der toeslagen. De geïnstitutionaliseerde solidariteit is aan het oplossen. De Wet maatschappelijke ondersteuning bekrachtigt dit proces. Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht zijn nu de sleutelwoorden. Mensen voelen het als “zoek het zelf maar uit, maar je moet wel betalen”. Het zijn vervreemdende processen in een wereld die al door de automatisering en marktwerking ingrijpend veranderd is. Lang niet iedereen heeft er grip op. Menigeen voelt zich overspoeld, een pion. Ik ook, bij tijd en wijle. Vooral als ik weer eens niet door de bureaucratie kan komen en geen mens aan de telefoon krijg, doch een computer.

De bevoogding is een oud fenomeen. ‘Den Haag’ heeft al te lang voor de burgers gedacht. Vanuit de overtuiging dat bestuurders het  beter weten dan de mensen zelf. Ook na de Tweede Wereldoorlog bleef deze houding van kracht. De overtuiging van de maakbare samenleving maakte overleg en dialoog overbodig. Als het structureel maar goed geregeld was, dan zou de consensus vanzelf volgen. De verhaallijnen van ‘Den Haag’ en ‘burgers’ gingen een eigen leven leiden.

De spanningen zijn al decennia lang bekend. En toch is er nog steeds geen dialoog op gang gekomen waarin burgers zich gehoord en gehonoreerd voelen, niet gemanipuleerd.

Het debat over de kloof tussen de politiek en de burger is verscherpt sinds Fortuyn er in 2001 een islamitisch tintje aan gaf. Nu was er een zondebok. Maar het debat rond de moslimimmigratie gaat voorbij aan de kern van het probleem en leidt af van waar het werkelijk om gaat: de ongelijke verdeling van lasten in de Nederlandse samenleving en de kloof tussen kansarm en kansrijk.

Om weer maatschappelijk elan te krijgen is een andere benadering nodig. De onvrede zit diep bij zeker een derde van de burgers. Daarom is het zo belangrijk om te achterhalen wat er achter hun ongenoegen schuil gaat. Het is tijd voor een dialoog waarin alle partijen zich gehoord voelen. Zonder dat het gesprek gegijzeld wordt door partijpolitieke argumenten. In de praktijk gebeurt dit veel vaker dan de politiek ons wil doen geloven.