Llewellyn Bogaers

Llewellyn-overzichtzelf

 

Over zichzelf:

Cultuurgeschiedenis boeit mij in hoge mate. Hoe gaan mensen met verschillende achtergronden met elkaar om? Hoe vinden zij een gemeenschappelijke taal? Ik heb het proces van interculturele interactie aan den lijve ervaren: Als dochter van een Australische moeder en een Nederlandse vader met ieder een eigen culturele, religieuze en sociaaleconomische achtergrond heb ik moeten leren omgaan met diversiteit. Grootindustriëlen aan de ene kant, krabbelaars en scharrelaars aan de andere. De ondergeschikte positie van de vrouwen in beide bloedlijnen is nog weer een ander verhaal. Deze werelden heb ik alleen in mijzelf kunnen integreren door de realiteit van elk ervan te onderzoeken en te ervaren wat hun positie in de wereld met hun en mijn zelfbeeld en kijk op de wereld gedaan heeft. Van dit proces ben ik de tolk. Ik wil laten zien hoe deze levens op elkaar gereageerd hebben en met elkaar verbonden zijn geraakt. In het persoonlijke verhaal ligt het grote geschiedverhaal besloten.

 

Professionele leerweg

Llewellyn rondde in 1983 haar geschiedenisstudie in Utrecht af met een onderzoek naar het straatleven in Utrecht (1500-1700): de openbare feesten en de spelletjes op straat. Na de Reformatie zijn feesten als Sint-Maarten en Driekoningen verboden. Als heidense gebruik en paaps bijgeloof mochten zij niet langer gevierd worden. Op den duur zijn zij in de vergetelheid geraakt. De vraag hoe dit kon gebeuren vormde het uitgangspunt voor haar promotieonderzoek: wat doen mensen samen, en hoe komen ingrijpende verschuivingen en waardewisselingen tot stand. De dynamiek van cultuurpatronen is een rode draad in haar werk. Haar proefschrift Aards, betrokken en zelfbewust is het resultaat van langdurig bronnen- en literatuuronderzoek. Het kan met recht een levenswerk genoemd worden.

 

Onderscheiding

Op 14 maart 1998 kreeg Llewellyn de Oud-Utrecht-prijs voor de beste publicatie over Utrecht. De prijs betrof het artikel ‘Geleund over de onderdeur. Doorkijkjes in het Utrechtse buurtleven van de vroege Middeleeuwen tot in de zeventiende eeuw’ dat in 1997 in de Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden is gepubliceerd. Enkele citaten uit het juryrapport: “een prachtig voorbeeld van nieuw onderzoek, zeer toegankelijk van taal, met een goed uitgewerkte probleemstelling. […] Het is een voorbeeld voor vergelijkbaar onderzoek in andere steden.”

 

Curriculum vitae

Klik hier voor haar CV.