Llewellyn Bogaers wil bouwstenen aanreiken voor de dynamisering en actualisering van de geschiedschrijving door fact finding: nauwkeurig onderzoek naar het hoe en waarom van maatschappelijke en persoonlijke ontwikkelingen. In haar geschiedverhaal komen niet alleen machthebbers en invloedrijke personen aan het woord, maar ook mensen die in een ondergeschikte positie waren: vrouwen, (lagere) middenstand, arbeiders, armen, andersgelovigen, vluchtelingen, immigranten en mensen die door gebrek of onvermogen uit de boot gevallen zijn. Wat waren en zijn hun ervaringen? Hoe was en is de onderlinge interactie?
Uit deze potpourri van gegevens rijst een nieuw beeld op dat zo verfijnd en gelaagd is dat het veel invalshoeken recht doet. Er ontstaat een nieuwe synthese, omdat – als in een koorzang of symfonie – de authentieke stem van eenieder in samenzang te horen is, met alle schrille contrasten, contrapunten en samensmeltingen van dien. Deze vorm van geschiedschrijving kan tot een transformatieproces leiden, omdat het nieuwe, veelkleurige verhaal mensen de mogelijkheid geeft zich op een nieuwe manier tot elkaar en de geschiedenis te verhouden.