Betrokkenen

Leven in achterstand(swijken)

 

slums

 

Tot ver in twintigste eeuw was de achterbuurt een normaal verschijnsel in Nederland. Mensen leefden er dicht op elkaar, er was geen ruimte voor schone schijn. De meesten waren arm, soms bitterarm. Wat doet het met mensen om voor een dubbeltje geboren te zijn? Hoe beïnvloedt dit hun zelfbeeld? Welke ruimte heeft de hulpverlening? Een verkenning op basis van ooggetuigenverslagen van zowel bewoners als hulpverleners.

 

Voedselbanken en schuldsanering in historisch perspectief

 

voedselbank

 

Medio 2015 verkondigen de media dat de krimp voorbij is en de economie weer aantrekt. Maar sijpelt de groei ook door naar de ‘onderkant’ van de samenleving? Een kwart van de Nederlandse bevolking kan zich geen vakantie veroorloven. De voedselbanken bedienen 94.000 mensen per week. De schuldhulpverlening kan de toeloop niet aan. Het aantal daklozen neemt elk jaar toe. En steeds vaker verdwijnen mensen in de anonimiteit om schuldeisers en deurwaarders te ontlopen. Het zijn zorgelijke ontwikkelingen. In deze lezing worden armoede en armenzorg in historisch perspectief geplaatst. Dit geeft handvatten voor nieuw sociaal beleid.

 

Bezuinigingen op de ouderenzorg

 

Senioren

 

Op de ouderenzorg wordt flink bezuinigd. Ouderen zijn niet meer als vanzelfsprekend verzekerd van opvang als zij die nodig hebben. Iedereen wordt geacht voor zichzelf te zorgen, maar niet iedereen kan dat. Mensen maken zich zorgen, eenzaamheid ligt op de loer. Wat gaat dit voor mens en samenleving betekenen? Inzicht in de houding tegenover ‘de kwetsbare ander’ door de eeuwen heen is onontbeerlijk voor een antwoord op deze vragen. Evenals begrip voor de context waarin de Wet op de maatschappelijke ondersteuning (Wmo) tot stand is gekomen.

 

Immigratie en integratie in historisch perspectief

 

Hongaarse vluchtelingen in Utrecht

 

Nederland is vanouds een immigratieland: minstens 90% van de Nederlanders heeft voorouders die hier ooit als politiek of economisch vluchteling gekomen zijn.
 
In deze lezing onderzoeken wij het begrip gastvrijheid in de Nederlandse context.
 
Het immigratieproces verloopt soms vanzelfsprekend en soms ook niet. Aankomen, ontvangen worden, zich aarden en thuis voelen, of niet: het zijn allemaal cycli die door persoonlijke, sociale en maatschappelijke aspecten ingekleurd worden. Hoe bijzonder ook, toch zijn er patronen in te herkennen: in hedendaagse attitudes liggen oudere ervaringen besloten. Daarom is het de moeite waard om hier vanuit historisch perspectief met een frisse blik naar te kijken.

 

Vrijwilligerswerk vroeger en nu

 

volunteerism-3

 

Het moderne sociaal werk is nauw verbonden met de industriële revolutie. De lonen van ongeschoolde arbeiders waren zo laag dat zij tot ver in de twintigste eeuw in mensonwaardige omstandigheden leefden. Mensen uit hogere klassen gingen zich om minderbedeelden bekommeren.
 
Het sociale werk dreef tot in de jaren 1960 op de inzet van honderdduizenden vrijwilligers. Met de professionalisering van het maatschappelijk werk na 1945 en de realisering van de sociale zekerheid – voltooid met de Bijstandswet (1963) – kwam aan deze betrokkenheid een einde. Volgens professionals waren vrijwilligers amateuristisch en bemoeizuchtig. Geschoolde krachten zouden zakelijker en deskundiger zijn.
 
Met de afbraak van de sociale voorzieningen is de vrijwilliger terug van weggeweest. Van haar/hem wordt nu het heil verwacht. Er is veel vrijwillige inzet nodig: van hand- en spandiensten tot schuldhulpverlening of mantelzorg, en alles wat daartussen zit. Niet alleen hulpbehoevende mensen behoeven vrijwillige inzet, maar ook culturele instellingen en het verenigingsleven. Vrijwilligers hebben tegenwoordig maar beperkt tijd, zeker als het om jonge mensen gaat die volop in het leven staan. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de verhouding tussen de betaalde kracht en de vrijwilliger? In deze lezing plaatsen wij het vrijwilligerswerk in cultuurhistorisch perspectief.

 

Mantelzorg

 

mantelzorger2

 

Mantelzorg die van harte gegeven en ontvangen wordt, is voor alle betrokkenen een bron van vreugde. Zij brengt verdieping in de relatie: op weer een dieper niveau beseffen we wat ons als mens verbindt. Mantelzorg gedijt als de zorg draaglijk is. Idealiter staat er een kring van vrijwilligers en beroepskrachten om de zorgvrager heen. Maar dit is lang niet altijd het geval. Menig mantelzorger is overbelast. Zorg voor hen is niet vanzelfsprekend. Het toenemende aantal kwetsbare ouderen dat mishandeld wordt, laat zien dat voor menig mantelzorger de grens tussen rek en overbelasting bereikt, zo niet overschreden is.