In de zomer van 2015 was ik in de ban van Harper Lee. Haar boek To kill a mockingbird (1960) had mij in de greep. Door de ogen van het achtjarig meisje Jean Louise, in het dagelijks leven Scout genoemd, keek ik naar een turbulente episode in Maycomb, een doorgaans rustig stadje in het Alabama van de jaren dertig. We maken kennis met Scouts oudere broer Jem en hun speelkameraad Dill, haar vader, de bedaagde advocaat Atticus Finch, de zwarte huishoudster Calpurnia die het moederloze gezin draaiend houdt, oom Jack en de zonderling Boo Radley.

De blik van het meisje maakt het boek boeiend. Haast terloops ontvouwt het verhaal zich. De kinderen groeien op met duidelijke, redelijke regels. Atticus heeft liever niet dat de kinderen met een windbuks schieten, maar als het dan toch gebeurt, merkt hij op dat het een zonde is om een spotvogel dood te maken. Scout vraagt om uitleg. “Spotvogels maken mensen blij met hun gezang. Ze doen niemand kwaad. Het enige wat zij doen is uit volle borst zingen, voor ons’ (naar p.99-100. De citaten zijn een samenvatting).

Een spotvogel zingt graag andere vogels na.

Geleidelijk ontvouwt zich in dit stadje een drama. Er is een blank meisje verkracht, Mayella Ewell. Tom Robinson, een zwarte man, wordt hiervan beschuldigd. Atticus Finch is zijn advocaat. Daarmee haalt hij zich de woede van Mayella’s vader op de hals. De rechtszaak leidt tot een gevecht op leven en dood.

Al lezend vroeg ik mij af wie de spotvogels waren die met de dood bedreigd werden. Tom Robinson is er één van, maar ook Mayella, Atticus en zijn kinderen, en Boo Radley. Allemaal mensen die integer waren of op de een of andere manier kwetsbaar in het leven stonden.

Mijn perspectief verdiepte zich toen ik vervolgens Go set a watchman (2015) las.

Dit is de bewustwordingsroman waarmee Harper Lee had willen debuteren. Het gaat over de 26-jarige Jean Louise Finch die begin jaren vijftig na een lang verblijf in New York naar Alabama terugkeert. De strijd om de burgerrechten is ontvlamd. Ook haar dierbaren zijn met de stroom meegegaan en bevinden zich in het hart van het witte kamp. Voor Jean Louise is de verharding onbegrijpelijk. Haar leven staat op zijn kop en zij moet gaan onderzoeken waar zij staat. Haar bewustwording leidt tot heftige confrontaties met haar familie. Het zijn de meest indringende passages in dit boek.

Het manuscript was in 1957 door een uitgeverij gekocht. Maar bij nader inzien vond haar redacteur, Tay Hohoff, het boek niet rijp voor publicatie. Het was te onsamenhangend in haar ogen. Zij had evenwel het talent van Harper Lee herkend en was geïntrigeerd door flashbacks naar Jean Louise’s jeugd. Zij drong er bij Lee op aan om een boek over de jaren dertig te schrijven vanuit het perspectief van het achtjarig meisje. Dit werd To kill a mockingbird. Het schrijven viel Lee niet gemakkelijk. Er werd over punten en komma’s getwist en één keer heeft zij het manuscript uit het raam gegooid. Toch is het boek voltooid. In 1960 werd het gepubliceerd en het succes was overweldigend.

Daarna heeft Harper Lee niets meer gepubliceerd. Totdat in 2015 het boek dat haar debuutroman had moeten worden, het daglicht zag. Vanwaar de stilte?