Blog

13 Oct 2015

Het belang van de dialoog  0

Bij een derde van de burgers vinden de plannen tot strengere asielwetgeving instemming.

Waar komt hun ongerustheid vandaan?

Mensen vrezen voor de aantasting van de Nederlandse identiteit, is de boodschap van Geert Wilders. En zij zijn bang dat de welvaart en de sociale voorzieningen geen stand houden, laat Halbe Zijlstra doorschemeren. Is dit de kern van de onrust?

Ik zou zo graag van mensen zelf horen wat zij als een probleem ervaren. Zonder dat hun het mes op de keel gezet wordt, zoals in Oranje gebeurde. Wat valt er dan in hun woorden te beluisteren?

Er is een gevoel van achterstelling. De vrouw in Oranje riep, voor zij van de auto van de staatssecretaris weggetrokken werd: “dikke BMW, dikke BMW, jongens”. De klassentegenstellingen zijn in Nederland veel groter dan doorgaans erkend wordt. Maar ook de financiële inspanningen waarvoor de onderste helft van de samenleving zich gesteld ziet, zijn doorgaans groter dan erkend. Dit geldt met name voor mensen die net boven het minimum verdienen en geen recht hebben op het merendeel der toeslagen. De geïnstitutionaliseerde solidariteit is aan het oplossen. De Wet maatschappelijke ondersteuning bekrachtigt dit proces. Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht zijn nu de sleutelwoorden. Mensen voelen het als “zoek het zelf maar uit, maar je moet wel betalen”. Het zijn vervreemdende processen in een wereld die al door de automatisering en marktwerking ingrijpend veranderd is. Lang niet iedereen heeft er grip op. Menigeen voelt zich overspoeld, een pion. Ik ook, bij tijd en wijle. Vooral als ik weer eens niet door de bureaucratie kan komen en geen mens aan de telefoon krijg, doch een computer.

De bevoogding is een oud fenomeen. ‘Den Haag’ heeft al te lang voor de burgers gedacht. Vanuit de overtuiging dat bestuurders het  beter weten dan de mensen zelf. Ook na de Tweede Wereldoorlog bleef deze houding van kracht. De overtuiging van de maakbare samenleving maakte overleg en dialoog overbodig. Als het structureel maar goed geregeld was, dan zou de consensus vanzelf volgen. De verhaallijnen van ‘Den Haag’ en ‘burgers’ gingen een eigen leven leiden.

De spanningen zijn al decennia lang bekend. En toch is er nog steeds geen dialoog op gang gekomen waarin burgers zich gehoord en gehonoreerd voelen, niet gemanipuleerd.

Het debat over de kloof tussen de politiek en de burger is verscherpt sinds Fortuyn er in 2001 een islamitisch tintje aan gaf. Nu was er een zondebok. Maar het debat rond de moslimimmigratie gaat voorbij aan de kern van het probleem en leidt af van waar het werkelijk om gaat: de ongelijke verdeling van lasten in de Nederlandse samenleving en de kloof tussen kansarm en kansrijk.

Om weer maatschappelijk elan te krijgen is een andere benadering nodig. De onvrede zit diep bij zeker een derde van de burgers. Daarom is het zo belangrijk om te achterhalen wat er achter hun ongenoegen schuil gaat. Het is tijd voor een dialoog waarin alle partijen zich gehoord voelen. Zonder dat het gesprek gegijzeld wordt door partijpolitieke argumenten. In de praktijk gebeurt dit veel vaker dan de politiek ons wil doen geloven.

12 Oct 2015

Harper Lee: Go set a watchman  0

De titel is ontleend aan het eenentwintigste boek van de profeet Jesajah, vers zes, in het Oude Testament:

“Want de heer heeft mij gezegd: zet een wachter neer die moet melden wat hij ziet.”

De wachter is dus een waarnemer, een rapporteur. Maar de wachter is meer. Uncle Jack zegt over hem:

“Every man’s island, Jean Louise, every man’s watchman is his conscience.” (p.256)

De wachter is dus ook het geweten. De innerlijke stem die mensen vertelt of zij goed of fout handelen.

Dit boek gaat over het geweten van Jean Louise dat steeds duidelijker gaat spreken inzake de rassenkwestie. Zij ervaart aan den lijve hoe fysiek de rassenscheiding is geworden. En ontdekt dat haar vader en gedoodverfde verloofde een prominente rol spelen in een vergadering waarin blanke mannen vrijuit spreken over het zwarte gevaar, nu gekleurde mensen burgerrechten eisen. Zij roept haar vader ter verantwoording, maar stuit op onbegrip. Hij acht gekleurde mensen niet in staat om verantwoordelijkheid te dragen. En hij vreest dat zij uit zijn op de ondergang van de blanken.

Zij stelt dat gekleurde mensen steun verdienen: zij staan aan de zijlijn omdat hun onderwijs zo erbarmelijk slecht is. Zij kan zwarte mensen de hoop op een beter leven niet ontzeggen. Voor haar is hoop een grondrecht.

Hun woordenwisseling gaat diep, maar de kern is dat Atticus mensen naar hun ras beoordeelt en niet naar hun menszijn. Uiteindelijk beschuldigt Jean Louise hem van een dubbele moraal, omdat hij zwarte mensen als pionnen gebruikt en hun het recht op zelfrespect ontzegt. Haar vader gaat niet op haar woorden in en laat doorschemeren dat zij onrijp in het leven staat, maar dat hij desondanks van haar houdt. Zij voelt zich een speelbal en maakt een einde aan het gesprek (p.246-253).

Ziek van alles wil zij vertrekken naar New York, maar haar geliefde oom Jack verhindert dit. Hij beschuldigt haar van zelfmedelijden en slaat hij haar vol in het gezicht. Om haar aandacht te krijgen. Dit breekt haar weerstand. Hij wil dat zij de rassenverhoudingen onder ogen ziet zoals die nu zijn. Naar zijn mening hebben die tijd nodig om te veranderen. Jack verwelkomt haar overgave als “een arriveren in deze wereld”. Hij is blij dat zij zich uitgesproken heeft en de strijd heeft opgegeven (p.260-263).

Maar hij gaat aan de kern voorbij: Jean Louise heeft te goed gezien dat haar vader en verloofde deel uit maken van de blanke bovenlaag die rassenhaat tolereren en daardoor aanmoedigen.

Tegelijkertijd erkent hij de waarde van haar visie: ‘jij bent kleurenblind, Jean Louise, dat ben je altijd geweest. Als jij naar iemands gezicht kijkt, zie je de trekken, het karakter, de intelligentie en noem maar op. Zelfs nu de rassenkwestie het gesprek van de dag is, zie jij alleen maar mensen’ (p.270). En hij voegt eraan toe: ‘we hebben mensen als jij nodig, mensen die door hun manier van leven laten zien dat het anders kan’ (naar p.272).

Dit klinkt als een keukenmeidenroman, maar dat is het niet. Daarvoor zijn de dialogen met haar familieleden te scherp op de snede. Harper Lee probeert woorden te vinden voor een situatie die haar tot op het bot pijn doet en waarvan zij de betekenis alleen maar kan benaderen door zorgvuldig te beschrijven wat zij ziet, hoort en ervaart. Dit leidt soms tot – op het eerste oog – onsamenhangende teksten. Tegelijkertijd is deze impulsieve, observerende benadering haast de enige manier om tot de kern van haar innerlijke turbulentie en (ge)weten door te dringen en haar standpunt in de raciale problematiek helder te krijgen.

Wanneer dit gebeurt, krijgt Jean Louise met een paradox te maken, een double bind: leven naar het geweten is de rode draad van dit boek, maar als Jean Louise bij haar kern komt, stuit zij op heftige weerstand bij haar dierbaren. Haar vader en oom hadden zich tot dan zorgen gemaakt over haar onzelfstandigheid, maar nu zij haar standpunt inneemt, zijn de rapen gaar. Zij beschuldigen haar van gebrek aan realiteitszin. Haar oom gebruikt geweld om zijn woorden te onderstrepen. Zijn klap breekt de jonge vrouw. Tegen deze machtsstrijd is zij niet bestand. Jean Louise raakt gevangen in de worsteling tussen liefde, loyaliteit, tradities, belangen en geweten.

Het boek laat zien dat er geen eenduidig goede of slechte mensen zijn. De gewetensstrijd zit in ieder van ons. Dit is een waardevol aspect van dit boek. Het maakt de vraag des te klemmender, waarom dit boek destijds niet gepubliceerd werd.

12 Oct 2015

De Nederlandse kant van de vluchtelingenspiegel  0

De stroom asielzoekers confronteert Nederland met complexe interne problematiek:

De nawerking van de crisis van 2008 wordt nog steeds gevoeld door ‘de onderkant van de samenleving’. Zie het hoge aantal mensen dat in armoede leeft, problematische schulden heeft en een beroep moet doen op schuldhulpverlening of in de anonimiteit verdwijnt.

Het neoliberalisme heeft menige sociale maatregel de nek omgedraaid. Denk alleen al aan de huurmaximalisatie en de massale verkoop van sociale huurwoningen. Jonge starters kunnen geen eigen gezin stichten omdat het aan betaalbare woningen ontbreekt. Paradoxaal genoeg heeft een ondersteuningsmaatregel als de huursubsidie bijgedragen aan deze spiraal.

Dit mechanisme is op tal van terreinen zichtbaar: met de reorganisatie van de zorgverzekering zijn burgers verplicht zich individueel te verzekeren. In het belang van het algemeen welzijn. Zelfs wie een zorgtoeslag ontvangt, is nog onevenredig veel geld kwijt aan een aanvullende verzekering en bijkomende kosten. Wat betekent het begrip solidariteit dan nog? Mensen betalen veel geld voor een stelsel, waar zij door het hoge eigen risico afstand van houden.

De vaste lasten zijn tegenwoordig ongekend hoog. Dit geeft minima veel spanning. Temeer als zij van een uitkering leven. Zij zijn aan tal van regels gebonden. De strenge controle op hun levensstijl beperkt hun scharrelruimte. En juist die ruimte hebben mensen nodig om iets van perspectief te hebben.

Juist deze mensen ervaren de komst van (nog meer) buitenlanders, vooral moslims, als een bedreiging voor hun toch al benarde levensstaat. Gaan zij hun uitkeringen, baantjes en huizen ‘inpikken’? Gaan zij een aanslag vormen op de levensstaat en cultuurpatronen die mensen gewoon zijn?

Hun angst roept de vraag op waar het misgegaan is met de verzorgingsstaat. Waarom zijn zoveel mensen het vertrouwen kwijt geraakt dat hun leven, hun talenten en hun werkkracht ertoe doen?

wordt vervolgd.
11 Oct 2015

Een nog strenger asielbeleid?  0

De asielzoekers komen af “op onze fantastische sociale voorzieningen: hoge uitkeringen, een huurhuis, deze mensen krijgen het allemaal”. De woorden zijn van Halbe Zijlstra. In een videoboodschap die de VVD ca. 9 oktober 2015 op YouTube plaatste.

Is het waar? Komen asielzoekers af op onze sociale voorzieningen?

In interviews met asielzoekers  is steeds weer te horen hoe zij hier in vrede hopen te leven en hun talenten willen ontplooien en inzetten.

Waarom kijken we niet meer naar succesvolle immigranten en de inspiratie die zij Nederlanders geven?

De lijst is lang en wordt aangevoerd door klinkende namen als koningin Maxima en Ahmed Aboutaleb.

De kortzichtige beeldvorming heeft zich vertaald in beleid.

Waarom raken zoveel asielzoekers gedeprimeerd? Omdat zij in afwachting van hun status niets mogen: zij mogen de taal niet leren, ze mogen niet werken. Hun identiteit en levensperspectief doen er niet toe. Zolang zij geen status hebben, leven zij in niemandsland.

Het is een hele kunst om in deze situatie hoop te houden.

Het gaat om de menselijke maat. Deze mensen zijn met gevaar voor eigen leven gevlucht. Omdat het leven daar hun geen leven bood. Voor hun vlucht hebben ze in veel opzichten een hoge prijs betaald.

Op de vlucht zijn zij niet verdronken, maar hier lopen zij het risico in onze regels en procedures te verdrinken.

En toch wil de VVD een nog strenger asielbeleid.

Waar is de menselijke maat?

“Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook de ander niet”.

10 Oct 2015

Harper Lee: To kill a mocking bird  0

In de zomer van 2015 was ik in de ban van Harper Lee. Haar boek To kill a mockingbird (1960) had mij in de greep. Door de ogen van het achtjarig meisje Jean Louise, in het dagelijks leven Scout genoemd, keek ik naar een turbulente episode in Maycomb, een doorgaans rustig stadje in het Alabama van de jaren dertig. We maken kennis met Scouts oudere broer Jem en hun speelkameraad Dill, haar vader, de bedaagde advocaat Atticus Finch, de zwarte huishoudster Calpurnia die het moederloze gezin draaiend houdt, oom Jack en de zonderling Boo Radley.

De blik van het meisje maakt het boek boeiend. Haast terloops ontvouwt het verhaal zich. De kinderen groeien op met duidelijke, redelijke regels. Atticus heeft liever niet dat de kinderen met een windbuks schieten, maar als het dan toch gebeurt, merkt hij op dat het een zonde is om een spotvogel dood te maken. Scout vraagt om uitleg. “Spotvogels maken mensen blij met hun gezang. Ze doen niemand kwaad. Het enige wat zij doen is uit volle borst zingen, voor ons’ (naar p.99-100. De citaten zijn een samenvatting).

Een spotvogel zingt graag andere vogels na.

Geleidelijk ontvouwt zich in dit stadje een drama. Er is een blank meisje verkracht, Mayella Ewell. Tom Robinson, een zwarte man, wordt hiervan beschuldigd. Atticus Finch is zijn advocaat. Daarmee haalt hij zich de woede van Mayella’s vader op de hals. De rechtszaak leidt tot een gevecht op leven en dood.

Al lezend vroeg ik mij af wie de spotvogels waren die met de dood bedreigd werden. Tom Robinson is er één van, maar ook Mayella, Atticus en zijn kinderen, en Boo Radley. Allemaal mensen die integer waren of op de een of andere manier kwetsbaar in het leven stonden.

Mijn perspectief verdiepte zich toen ik vervolgens Go set a watchman (2015) las.

Dit is de bewustwordingsroman waarmee Harper Lee had willen debuteren. Het gaat over de 26-jarige Jean Louise Finch die begin jaren vijftig na een lang verblijf in New York naar Alabama terugkeert. De strijd om de burgerrechten is ontvlamd. Ook haar dierbaren zijn met de stroom meegegaan en bevinden zich in het hart van het witte kamp. Voor Jean Louise is de verharding onbegrijpelijk. Haar leven staat op zijn kop en zij moet gaan onderzoeken waar zij staat. Haar bewustwording leidt tot heftige confrontaties met haar familie. Het zijn de meest indringende passages in dit boek.

Het manuscript was in 1957 door een uitgeverij gekocht. Maar bij nader inzien vond haar redacteur, Tay Hohoff, het boek niet rijp voor publicatie. Het was te onsamenhangend in haar ogen. Zij had evenwel het talent van Harper Lee herkend en was geïntrigeerd door flashbacks naar Jean Louise’s jeugd. Zij drong er bij Lee op aan om een boek over de jaren dertig te schrijven vanuit het perspectief van het achtjarig meisje. Dit werd To kill a mockingbird. Het schrijven viel Lee niet gemakkelijk. Er werd over punten en komma’s getwist en één keer heeft zij het manuscript uit het raam gegooid. Toch is het boek voltooid. In 1960 werd het gepubliceerd en het succes was overweldigend.

Daarna heeft Harper Lee niets meer gepubliceerd. Totdat in 2015 het boek dat haar debuutroman had moeten worden, het daglicht zag. Vanwaar de stilte?

01 Oct 2015

De mythe van de vrije markt  0

Toen ik een klein meisje was ging de prijs van een zakje patat van 15 cent naar een kwartje. Dat kwam omdat de aardappel duur was. Naïef als ik was, dacht ik: dan gaat de prijs weer naar beneden als er een goede oogst is. Niet dus.

In 1539 werd in het Nedersticht – de huidige provincie Utrecht – de pachtprijs niet langer door het gewoonterecht bepaald, maar door de marktwerking. Voortaan bepaalde vraag en aanbod de prijs. Het had als gevolg dat de pacht binnen 30 jaar met 262 procent steeg. Een collega-archiefonderzoeker reageerde tevreden: zo werkt de vrije markt, eindelijk een rechtvaardige prijs. Ja, antwoordde ik, en het levensonderhoud was navenant duurder geworden, zonder dat de lonen werden aangepast. De hongersnoden in de tweede helft van de zestiende eeuw zijn niet alleen aan oorlogen en misoogsten toe te schrijven, maar ook aan de prijspolitiek. Toen kon mijn collega alleen maar brommen, dat hij hier niets van af wist.

De voorbeelden laten goed zien hoe de marktwerking in de praktijk werkt. Wie geld, onroerend goed of een gewild product heeft: profiteert. Wie aan de andere kant zit: betaalt. Zo is het altijd geweest, zo is het – na een korte periode van ruimhartige, soms al te ruimhartige en in de praktijk weinig stimulerende sociale wetgeving – weer.

Sinds de marktwerking dominant geworden is, zijn de kosten van het levensonderhoud alleen maar gestegen. De uitkeringen bieden niet meer het gewenste vangnet. Teveel Nederlanders leven in armoede.

De oneerlijke verdeling van lasten draagt in Nederland bij aan het probleem. Concerns en superrijken betalen nauwelijks belasting. Zo klaagt Paul Frentrop in de NRC van 26 september 2015 dat de nieuwe belastingplannen van het kabinet het de superrijken moeilijk maken om in Nederland te blijven wonen. Wat is het probleem? De regering wil de vermogensrendementsheffing op vermogens van meer dan 1 miljoen euro van 1,2% naar 1,6% te verhogen. Dat gaat dus nergens over, zou je denken, maar Frentrop betoogt dat de superrijken nu hun levensstijl naar beneden moeten aanpassen. Over het levenspeil en de vaste lasten van de minima spreekt hij niet. Hun verlies aan koopkracht doet er niet toe. En dan hebben we het niet over luxegoederen, maar over de dagelijkse kosten. Frentrop leeft in een eigen wereld.

De praktijk wijst uit dat het concept van marktwerking bijna altijd een prijsopdrijvend effect heeft en vooral de haves dient. Het algemeen welzijn is beter gediend bij protectie, zeker als het om nutsgoederen en diensten gaat, die eigenlijk niets met de markt van doen hebben.

De mechanismen en keerzijden van de vrije markt: worden zij wel voldoende onderkend?

20 Sep 2015

Nationaal geheugenverlies  0

Zeven miljoen Syriërs zijn op de vlucht. Europa ruziet over de spreiding van 120.000 vluchtelingen. Sluit het Westen de ogen voor een menselijke ramp?

Zijn wij het schuldgevoel vergeten over de Duitse Joden die Nederland eind jaren dertig aan
de grens tegenhield en terugstuurde naar Duitsland?

Zijn wij vergeten dat bijna een half miljoen Nederlanders na de Tweede Wereldoorlog geëmigreerd zijn – een net woord voor ‘vlucht’ – naar met name Canada, de VS en Australië?  Op zoek naar een beter leven.

Zijn wij vergeten dat de onrust in het Nabije en Midden-Oosten voor een groot deel het gevolg is van de geopolitiek die het westen daar in de 20e eeuw bedreven heeft? Vanwege militaire bufferzones en olie?

Nu schuiven we de problematiek af naar de landen ‘in de regio’.

De zeven miljoen Syriërs zijn binnen Syrië gevlucht naar veiliger oorden en of zij zijn de grens overgestoken naar de buurlanden. Turkije herbergt 3,3, miljoen vluchtelingen, vooral in de grensgebieden. Jordanië, een land van 8 miljoen inwoners, vangt 1,8 miljoen vluchtelingen op. En Libanon met zijn 4 miljoen inwoners 1,1 miljoen. De vluchtelingen drukken zwaar op de plaatselijke economie. Daarom worden de vluchtelingen steeds meer aan banden gelegd: zij  leven in erbarmelijke omstandigheden, hebben nauwelijks inkomsten en mogen niet werken. Er zijn geen vooruitzichten. Onderwijs en medische zorg laten te wensen over. De spanning is groot: voor de Syriërs die met moeite het hoofd boven water houden en voor het ontvangende land, dat steeds grotere lasten te dragen heeft.

En wij klagen over 120.000 vluchtelingen.

De geopolitieke belangen in de regio zijn zo groot, dat er voorlopig geen politieke oplossing te verwachten is.

Wat is een menselijke oplossing voor dit grote humanitaire drama?

03 Nov 2014

Vermogen: de gunfactor en jaloezie  0

Rijken worden weer rijker, stelt Thomas Piketty vast, en armen weer armer. De scheefgroei creëert disbalans in de samenleving en ondermijnt de democratie en sociale cohesie. Alom gaan stemmen op tot nivellering.
Nivellering? Moeten de rijken hun rijkdom inleveren? Welnee. Het gaat in eerste instantie om aanpassing van de vermogensbelasting. Nederlandse superrijken betalen – in vergelijking met andere rijke Europese landen – de minste vermogensbelasting. Hier wordt alleen het vermogen belast en zijn de inkomsten uit vermogen, denk aan rentes, winstuitkeringen en huren, onbelast. Het tarief op vermogen is ook in Europees perspectief laag: slechts 1,2%, en hier gaan de hypotheekrente en pensioenpremies nog van af. Effectief betaalt een vermogende Nederlander maar 0,9%. Tenzij hij zijn vermogen in slimme constructies heeft ondergebracht, dan betaalt hij nog minder. Optrekking naar het Europese gemiddelde van drie à vier procent lijkt aan de orde, maar hier tekent de elite bezwaar tegen aan.
Zij doet het voorkomen alsof ‘gewone mensen’  de superrijken hun rijkdom niet gunnen. Zij halen het angstbeeld voor het  communisme van stal om de onwenselijkheid van belastingmaatregelen aan te tonen. De boodschap is: blijf met je tengels van onze pegels af.
Is dit nog een zindelijke discussie? Wat zeggen de cijfers over ongelijkheid in Nederland? In 2014 publiceerde het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) twee verslagen van onderzoek naar de Nederlandse welvaart. Hieruit blijkt dat het vermogen van Nederlandse huishoudens tussen 2008 en 2012 nagenoeg gehalveerd is. En dat de rijkste 10 procent van Nederland in 2012 61,2 procent oftewel 713 miljard euro van het gezamenlijke vermogen van huishoudens (1.166 miljard euro) bezat. Het overgrote deel hiervan is weggesluisd. Een derde van de Nederlanders heeft daarentegen nauwelijks reserves. Door ontslagen, hoge vaste lasten en bezuinigingen op de sociale zekerheid verarmen steeds meer mensen. Het Nibud presenteerde in maart 2014 een rapport waaruit blijkt dat een bijstandsgezin met jonge kinderen structureel te kort komt. Het groeiende beroep op voedselbanken spreekt voor zich.
In deze context krijgt de vraag of een hogere vermogensbelasting erg is, een andere lading. Onderzoek naar welvaartsspreiding laat zien dat een evenwichtiger verhouding tussen rijk en arm tot meer betrokkenheid en tevredenheid leidt, ook onder de superrijken. Wanneer is genoeg genoeg? Noblesse oblige!

03 Nov 2014

Zorg en de menselijke maat  0

Regeringen denken steeds weer dat de samenleving maakbaar is. De afkondiging van de participatiesamenleving is daar een goed voorbeeld van. Vanaf 2015 is zorg niet langer een recht. Gemeenten hoeven slechts te faciliteren dat mensen aan het maatschappelijk verkeer kunnen deelnemen. Eigen kracht is het sleutelbegrip.
De gevolgen van de nieuwe sociale wetgeving zijn nu al zichtbaar. Tienduizenden bejaarden en kinderen en volwassenen met een ernstige verstandelijke, psychische of lichamelijke beperking ontberen passende opvang.
De participatieplicht zal het zwaarst in achterstandswijken gevoeld worden. Vooral van mensen met een kleine portemonnee en vaak complexe problematiek wordt meer zelfredzaamheid en wederzijdse ondersteuning verwacht.
In hoeverre is dit reëel? Het eigenkrachtprincipe veronderstelt reserves bij de huishoudens in kwestie en de kring om hen heen. Onderzoek wijst uit dat lang niet iedereen over een netwerk beschikt. En zelfs als dit wel het geval is, is er aarzeling om de eigen kring te belasten. Overvraging gaat bijna altijd ten koste van de relatie. Ook speelt schaamte om de vuile was buiten te hangen een rol en is men bang voor roddel, stigmatisering en pesterijen. Intussen wordt op professionele hulp bezuinigd.
Het nieuwe stelsel droomt van de menselijke maat. Die wordt van bovenaf opgelegd, naar de normen en waarden van de bovenlaag. Mensen krijgen geen tijd om organisch van onderop nieuwe omgangsvormen te ontwikkelen. De reorganisatie van zorg en ondersteuning zal veel persoonlijke rampen met zich meebrengen en tot onvrede en onrust leiden.
Uit die puinhoop zal hopelijk een nieuw besef van saamhorigheid geboren worden. Maar dat kan niet zonder offers van de hele samenleving. We kunnen niet doen alsof er nooit een verzorgingsstaat bestaan heeft. De politiek dient haar verantwoording te nemen: zij is in hoge mate verantwoordelijk voor de ontsporingen die het gevolg zijn van overhaaste bezuinigingen. De overgang naar de participatiesamenleving zal geleidelijker moeten geschieden dan nu het geval is, als dit ideaalbeeld van de Wmo (Wet op de maatschappelijke ondersteuning) al haalbaar is.
Ook al wordt het in de retoriek niet erkend, Nederland was al een participatiesamenleving voor de invoering van de Wmo, zeker in de eigen kring. Deze wet schept geen sociaal kader, maar stelt wel de norm. De lat is hoog gelegd. Niet iedereen is tot eigen kracht in staat. De noodzaak om nog meer mantelzorg te geven dan al gebeurt, veroorzaakt spanning. Het groeiende aantal overbelaste mantelzorgers en de stijgende mishandeling van dementerende ouderen laten zien dat institutionele en professionele zorg nodig blijven.
Alleen als er rekening gehouden wordt met het menselijk vermogen en onvermogen kan er een nieuwe menselijke maat bovendrijven die sociaal draagvlak heeft.